1. Je weet hoe het zuurstoftransport van je bloed naar je cellen verloopt
2. Je weet dat weefselvloeistof, bloedplasma en lymfe dezelfde vloeistof is, maar zich op een andere plek bevindt.
3. Je weet hoe weefselvloeistof of lymfe weer een onderdeel van het bloed wordt.
4. Je weet hoe het bloedplasma je haarvaten uit en instroomt. Je weet ook welke processen hierbij horen.
5. Je kunt de functie van lymfeklieren uitleggen en weet waar deze zich bevinden