VWO3 poser une question

Geef eens een voorbeeld van een Frans vraagwoord
1 / 11
next
Slide 1: Mind map
fransVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvwoLeerroute VLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Geef eens een voorbeeld van een Frans vraagwoord

Slide 1 - Mind map

Op welke 3 manieren zou jij "Heeft zij een kat?" vertalen?

Slide 2 - Open question

Traduisez: Wat is zijn lievelingsland?
A
Qu'est-ce que son pays préféré?
B
Quelle est ton pays préférée?
C
Quel est son pays préféré?
D
Quel est ton pays préféré?

Slide 3 - Quiz

Vrai ou faux? Quelle langue parlent-tu?
A
faux
B
vrai
C
aucune idée
D
comment je peux le savoir?

Slide 4 - Quiz

Pose une question de cette phrase:
Elle a des problèmes. (Elle a des problèmes? mag niet!)

Slide 5 - Open question

Traduisez: Hoeveel konijnen heeft zij?
A
Combien elle a des lapins?
B
Combien de lapins a-t-elle?
C
Elle a combien des lapins?
D
Combien de chaussures a-t-elle?

Slide 6 - Quiz

Wat is de vertaling van "Wat" in het Frans?

Slide 7 - Mind map

Remplissez: ...........sont tes grandes difficultés?
A
Quels
B
Quand
C
Quel
D
Quelles

Slide 8 - Quiz

Complétez: Où .....-tu joué?
A
est-ce que as
B
as
C
qu'as
D
est-ce as

Slide 9 - Quiz

Traduisez: Wanneer zal hij naar huis gaan?

Slide 10 - Mind map

Traduisez: Wanneer zullen zij hun huiswerk maken?
A
Quand est-ce qu'ils feront leurs devoirs?
B
Quand ferent-ils leurs devoirs?
C
Jamais!
D
Quand est-ce qu'ils vont faire leurs devoirs?

Slide 11 - Quiz