Observeren Signaleren en Rapporteren - Factoren en Valkuilen bij observeren

Observeren Signaleren en Rapporteren
Les 2 Valkuilen bij Observeren



1 / 31
next
Slide 1: Slide
BeroepsorientatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Observeren Signaleren en Rapporteren
Les 2 Valkuilen bij Observeren



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deel 1

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Energizer
Opdracht 2 vanuit  Methodisch begeleiden
In tweetallen:
- Ga tegenover elkaar staan.
- Bekijk elkaar goed.
- Draai nu met je rug naar elkaar toe.
- Verander vervolgens iets aan je uiterlijk.
( Bijvoorbeeld een knoop dicht- of opendoen, een ketting afdoen). Je mag zelf bedenken wat je verandert.
- Vervolgens draaien jullie weer naar elkaar toe. Kun je ontdekken wat er veranderd is?


Slide 4 - Slide

Koppel de opdracht weer aan de theorie van waarnemen, signaleren en observeren.
Programma
Deel 1:
1. Lesdoelen
2. Theoretische gedeelte over:
  • Factoren beïnvloeden observatie
  • Valkuilen
3. Leeractiviteit 5 Valkuilen bij observeren
4. Afsluiting les

Slide 5 - Slide

Deel 1: 90 min (2 x45 min)

5 min. Welkom en AWR
10 min. Energizer
4 min. lesdoelen
3 min. Programma
10 min  Theoretische gedeelte
15 min  Opdracht valkuilen
10 min Welke valkuilen horen bij de situatie (klassikaal)
15 min Leeractiviteit 5
5 min Check Lesdoelen
5 min Afsluiting les

82 min. totaal




Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun jij:

- Uitleggen welke factoren een observatie kunnen beïnvloeden.

- Omschrijven welke valkuilen er zijn bij observatie en deze koppelen aan de voorbeelden.


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Theoretische gedeelte

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Factoren die je observatie kunnen beïnvloeden
(Thema 3.5 uit Methodisch begeleiden)
Wanneer je gaat observeren dien je rekening te houden met een aantal factoren die je observatie kunnen beïnvloeden:
 
- Persoonlijke factoren
Vooroordelen, zelfbeeld, iemand observeren die je goed kent, stemming

- Gezondheid van de cliënt 
Lichamelijke gesteldheid beïnvloed het gedrag


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Factoren die je observatie kunnen beïnvloeden
(Thema 3.5 uit Methodisch begeleiden)

- Verandering in werksituatie
Nieuwe collega, inval-collega’s, andere dagstructuur

- Verandering in de omgeving
Indien onlangs iets op de groep veranderd is, heeft dit invloed op je observatie

-Gebeurtenissen en sfeer in de groep

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Opdracht Valkuilen; 
Zoek de onderstaande begrippen op en werk ze uit!
  1. Wat is het halo-effect?
  2. Wat is het horn-effect?
  3. Moraliseren
  4. Diagnosticeren
  5. Foutief interpreteren 
  6. Vooroordelen 
  7. Stereotyperen 


  8. Hoe kan je referentiekader van invloed zijn op je waarneming?

  9. Hoe kan je stemming van invloed zijn op je waarneming?
  10. Hoe kan je geheugen van invloed zijn op je waarneming?

timer
15:00
Tip gebruik:
Boek: Communicatie en gedrag Thema 2.5

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke valkuil hoort bij de situatie?
  • Je ziet een cliënt tikken met zijn pen op de tafel. Omdat jij dit ook altijd doet als je zenuwachtig bent, vermoed je dat de cliënt dit ook is.
  • Je hebt een cursus ADHD gevolgd en de volgende dag lijkt het alsof een stuk meer clienten hiervan kenmerken vertonen
  • Je collega geeft aan dat zij denkt dat cliënt depressief is. Dit heeft je waarneming al beïnvloed
  • Je hebt met een van je cliënten een hele goede klik. Je ziet daarom vooral de gunstige eigenschappen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Welke valkuil hoort bij de situatie?
  • Je merkt dat je in de donkere wintermaanden negatiever naar je clienten kijkt dan als de dagen langer worden en het zonnetje schijnt​
  • Een van je clienten zit echt in je allergie. Hij klaagt en zeurt om alles! Dat hij erg goed kan koken en behulpzaam is naar medebewoners zie je niet.​
  • Jij ziet een van de clienten als somber, een collega ziet hem als rustig.​
  • Een van de cliënten neemt je vaak in vertrouwen en je hebt door zijn verleden erg met hem te doen. Als zij ongewenst gedrag vertoont, dan interpreteer je dit gedrag vanuit zijn achtergrond.



Slide 12 - Slide

Observeren is iets anders dan waarnemen. Waarnemen doe je altijd, observeren doe je in een bijzondere situatie. Wanneer je observeert, doe je dit altijd doelgericht en volgens een bepaalde methode. Je formuleert dus altijd vooraf het doel van je observatie. Je beschrijft wie, wat, waar en wanneer je gaat observeren. Observeren gaat altijd over het gedrag. Dat ga je onderzoeken. Wanneer je observeert, is het van belang dat je niet interpreteert. Je bent zo objectief mogelijk. Objectief observeren is moeilijk, omdat je je niet mag laten beïnvloeden door je eigen mening, ervaring of betrokkenheid. Je mag dus alleen naar de feiten kijken.
Leeractiviteit 5 Valkuilen bij observeren

Ga nu voor jezelf aan de slag met de valkuilen.
Ga op It's Learning naar Leeractiviteit 5 Valkuilen bij observeren en maak de leeractiviteit!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting les - check doelen
Wie kan er een van de de 5 factoren benoemen die een observatie kunnen beïnvloeden?

Wie kan er een van de 8 valkuilen benoemen bij observeren?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Deel 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Programma
Deel 1:

  1. Lesdoelen
  2. Terugblik vorige les
  3. Verwerkingsopdrachten Boom
  4. Huiswerk
  5. Afsluiting les

Slide 18 - Slide

Deel 1: 45 min

4 min. Welkom en AWR
4 min. Energizer woordweb
2 min. lesdoelen
2 min. Programma
15 min  Theoretische gedeelte
10 min  Leeractiviteit/ opdrachten
5 min Lesdoelen check
3 minuten afsluiting les/ huiswerk

45 min. totaal




Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun jij:

- Uitleggen wat een stappenplan voor observatie is
- Omschrijven welke onderdelen er in het stappenplan voorkomen
- Uitleggen welke factoren een observatie kunnen beïnvloeden.
- Omschrijven welke valkuilen er zijn bij observatie en deze koppelen aan de voorbeelden.
- Uitleggen waar de module Observeren Signaleren en Rapporteren over gaat (doelen).
- Omschrijven hoe de eindopdracht eruit ziet.
- Benoemen wat de inhoud is van de moduleplanner.
- Uitleggen wat het verschil tussen waarnemen en observeren is.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Waarnemen doe je..........
A
Altijd en onbewust
B
Doelgericht en Specifiek

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Observeren doe je..............
A
in elke situatie
B
zonder voorop gestelde doelen
C
met voorop gestelde doelen
D
de gehele dag

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

De eindopdracht van deze module is............

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

Factoren die je observatie kunnen beïnvloeden zijn...........

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen het halo- en horn-effect bij obsereven?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Wat wordt er verstaan onder referentiekader?
A
Mensen zien, horen, handelen en reageren afhankelijk van hun intelligentie
B
Mensen zien, horen, handelen en reageren afhankelijk van hun eerdere ervaringen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Benoem de stappen die je doorloopt bij een observatieplan

Slide 26 - Open question

Wanneer je gaat observeren, doe je dit altijd met een vast stappenplan.
- beschrijf waarom je gaat observeren
Doe je dit naar aanleiding van een eerdere signalering? Of op verzoek van iemand? \
- beschrijf het observatiedoel en de observatievraag
- beschrijf de deelvragen
Op welke vragen wil je een antwoord vinden?
- kies een observatiemethode
- maak een plan van aanpak
In dit plan bepaal je plaats, situaties, data en tijdstippen. Je informeert de cliënt (of zijn naastbetrokkenen) over je plan.
- beschrijf op welke punten je wilt gaan evalueren.
Opdrachten

Boek Methodisch begeleiden Thema 3-Signaleren & observeren

Ga aan de slag met de onderstaande opdrachten:

Verwerkingsopdracht 10; Factoren die de observatie beïnvloeden
Verwerkingsopdracht 12; Valkuilen tijdens het observeren  




timer
25:00

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting les - check doelen
We hebben nu 2 lessen gehad en deze herhaalt!
Jij weet nu wat.........
OBSERVEREN is
een STAPPENPLAN is voor een observatie
FACTOREN zijn die een observatie kunnen beïnvloeden
VALKUILEN kunnen zijn bij een observatie
wat de EINDOPDRACHT van deze module inhoud
                                                                              Laat de studenten de toelichting geven!

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Lees voor de volgende les uit het boek Methodisch begeleiden, 
Thema 3. Signaleren en observeren

- 3.3 Observatietechnieken
- 3.4 Observatiemethoden




Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen check

Slide 31 - Slide

This item has no instructions