Woordenschat voor- en achtervoegsels hst 1 en 2

Vandaag leer je:
Woordenschat H3 
  • De betekenis van veelvoorkomende voorvoegsels;
  • De betekenis van woorden vinden met behulp van voorvoegsels.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vandaag leer je:
Woordenschat H3 
  • De betekenis van veelvoorkomende voorvoegsels;
  • De betekenis van woorden vinden met behulp van voorvoegsels.

Slide 1 - Slide

Voorvoegsels
Sommige woorden bestaan uit een woord en een voorvoegsel. 
Bijvoorbeeld: De heropening van de winkels was een succes. 
Heropenen is dus opnieuw openen
Veel voorkomende voorvoegsels:
  • non- = niet, zonder
  • on- = niet
  • mis- = verkeerd, fout
  • wan- = slecht, verkeerd
  • her- = weer, opnieuw
  • ex- = niet meer, van vroeger
  • inter- = tussen (twee of meer gebieden)

Slide 2 - Slide

Wat betekent 'onmisbare'?
A
niet te missen
B
gemiste

Slide 3 - Quiz

Wat betekent 'wantoestanden'?
A
slechte toestanden
B
andere toestanden

Slide 4 - Quiz

Wat betekent 'non-actief'?
A
weer actief
B
niet actief

Slide 5 - Quiz

Bedenk een woord
met het voorvoegsel
-on

Slide 6 - Mind map

'Onrespectloos'
Wat klopt er niet aan bovenstaand woord?

Slide 7 - Open question

Achtervoegsels
Sommige woorden bestaan uit een woord en een achtervoegsel. 

Bijvoorbeeld: Deze laarzen zijn heel goed bruikbaar als het glad is. 
In bruikbaar herken je het woord gebruiken. Bruikbaar betekent dus: je kunt het gebruiken.
Voor- en achtervoegsel:
Onbruikbaar
Veel voorkomende achtervoegsels:
-lijk = duidelijk
-heid = zekerheid
-teit = elektriciteit 
-baar = beschikbaar
-atie = felicitatie
-aard = luiaard
-aar = eigenaar
-isch = fantastisch
-ing = afdeling
-ig = aardig
-loos = zonder
-vol = met veel
-lijks = elke

Slide 8 - Slide

Voorvoegsels
Betekenis
niet, zonder
niet
verkeerd, fout
slecht, verkeerd
weer, opnieuw
niet meer, van vroeger
tussen
mis-
non-
on-
wan-
her-
ex-
inter-

Slide 9 - Drag question

Woord met voorvoegsel
Betekenis
zonder alcohol
niet nodig
verkeerd gebruik
slecht beleid
opnieuw examen moeten doen
collega van vroeger
tussen twee of meer landen
misbruik
non-alcoholisch
onnodig
wanbeleid
herexamen moeten doen
ex-collega
internationaal

Slide 10 - Drag question

Ik ken nu de betekenis van veelvoorkomende voorvoegsels, zoals: non, on, mis, wan, her, ex, inter
Ja
Nee
Ongeveer

Slide 11 - Poll

Voorvoegsel
Achtervoegsel
oneerlijk
smaakloos
herkauwen
stijlvol

Slide 12 - Drag question

Bedenk een woord
met het achtervoegsel
'-heid'

Slide 13 - Mind map

Verbind de grondwoorden met het passende voor- of achtervoegsel
a
her
vol
on
aller
liefde
kennen
beste
eerlijk
sociaal

Slide 14 - Drag question

Woord met achtervoegsel
Woord zonder achtervoegsel
bruikbaar
tafelkleed
waardeloos
pindasaus
smaakvol
kritisch
moedig
wangedrag

Slide 15 - Drag question

Noem twee veelvoorkomende achtervoegsels:

Slide 16 - Open question

Heb je een vraag over de stof die we vandaag behandeld hebben?
Ja
Nee

Slide 17 - Poll