bs 2

Bs 6.2: afweer
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Bs 6.2: afweer

Slide 1 - Slide

leerdoelen
Je kunt de vormen van aangeboren afweer beschrijven.

Je kunt de vormen van verworven afweer beschrijven

BiNaS tabellen 84 i en volgende.

Slide 2 - Slide

Infectie
Het binnendringen van ziekteverwekkers in het lichaam.
Denk aan:
Bacteriën, virussen, schimmels, dieren (bv. parasieten).
Je wordt er ziek van omdat deze ziekteverwekkers giftige stoffen afgeven waardoor ziekteverschijnselen ontstaan.
Stoffen of cellen die niet in je lichaam thuishoren noem je lichaamsvreemd.

Slide 3 - Slide

Eerste verdedigings
linie


Mechanische afweer: Huid+slijmvliezen
Chemische afweer: Maagsap, zweet+olie zorgt voor een ph van 3-5 op de huid

Slide 4 - Slide

Het immuunsysteem
Wordt in werking gezet als ziekteverwekkers langs de eerste verdedigingslinie in het inwendig milieu terecht komen.
2 typen:
Aspecifieke/aangeboren afweer: gericht op veel verschillende type ziekteverwekkers.
Specifieke/verworven afweer: gericht op 1 type ziekteverwekker.

Slide 5 - Slide

Organen immuunsysteem
typen witte bloedcellen uit stamcellen in het rode beenmerg

Slide 6 - Slide

Aspecifieke/aangeboren afweer
Fagocyten kunnen ziekteverwekkers waarnemen en onschadelijk maken door deze op te nemen (fagocyteren).
2 typen fagocyten: granulocyten en macrofagen.
Granulocyt:



Slide 7 - Slide

Macrofaag
Macrofaag betekent: grote eter/veelvraat.
Macrofagen kunnen ziekteverwekkers fagocyteren en zorgen ervoor dat dode celresten worden opgeruimd. 
Macrofagen scheiden een stof uit waardoor de normwaarde voor temperatuur wordt verhoogt. Hierdoor krijg je koorts.
Door koorts wordt de ontwikkeling van ziekteverwekkers vertraagd en de immuunreactie versneld.

Slide 8 - Slide

Maken
6, 7, 9

gebruik BiNaS 84 i en volgende...

Slide 9 - Slide

Verworven/Specifieke afweer
Komt alleen voor bij gewervelde dieren. Te verdelen in humorale immuniteit en cellulaire immuniteit (B 84L)
B- en T-lymfocyten.
T-lymfocyten gaan nadat ze in het beenmerg ontstaan naar de thymus (zwezerik) om daar verder te ontwikkelen. 
B-lymfocyten blijven voor verdere ontwikkeling in het beenmerg. 

Slide 10 - Slide

Infectie: (eerste aspecifieke opruiming) activatie van lymfocyten door macrofagen die veranderen in een APC (B84L)
Ontstaan van een antigeen-presenterende cel (APC)





Nu is een  APC onderdeel geworden van de specifieke/verworven afweer en komt in het lymfestelsel terecht.

Slide 11 - Slide

BINAS 84L
Eerste aspecifieke opruiming

Slide 12 - Slide

Specifieke afweer: het activeren van B- en T-lymfocyten
-Na de eerste aspecifieke opruiming (B 84L) wordt de specifieke afweer geactiveerd (B84L). 
-activering van T-helpercel en B-cel (cellulaire en humorale immuniteit)
- door klonering en differentiatie verspreiden de juiste T+B lymfocyten zich over het lichaam. De meeste komen via het lymfevatenstelsel terecht in lymfeknopen en milt. Vanuit deze organen kunnen zij in actie komen wanneer pathogenen worden ontdekt.

Slide 13 - Slide

3: Activatie T helpercellen
BINAS 84L

Slide 14 - Slide

T-Lymfocyten: cellulaire afweer
Dus ...
Na deling worden de juiste lymfocyten geactiveerd.
T-lymfocyten ruimen pathogenen en geïnfecteerde cellen op door ze 'lek' te prikken. Deze kunnen ze herkennen omdat geïnfecteerde cellen het antigeen van de ziekteverwekker op hun celmembraan plaatsen. Doordat geïnfecteerde cellen doodgaan, kunnen de ziekteverwekkers zich niet meer voortplanten.

Slide 15 - Slide

T-lymfocyten
Werken specifiek: ze vernietigen alleen cellen met één specifiek antigeen op celmembraan.
Ze kunnen ook reageren op kankercellen en helaas ook bij orgaantransplantaties.

Slide 16 - Slide

Specifieke afweer
De antigenen van de APC worden aangeboden aan T- en B-lymfocyten. Deze antigenen passen alleen op specifieke receptoren waardoor dit tijd kost. Je wordt zieker.
Op het moment dat de juiste receptor wordt gevonden delen deze specifieke lymfocyten zich razend snel en kunnen de juiste antistoffen aangemaakt worden en kan het opruimen van pathogenen kan beginnen.

Humorale immuniteit

Slide 17 - Slide

Nadat de juiste B-lymfocyt is gevonden worden deze door klonering en differentiatie snel vermeerderd. De antistoffen die deze B-lymfocyten kunnen vormen passen precies op de receptoreiwitten van het antigeen (ziekteverwekker).
Humorale immuniteit

Slide 18 - Slide

Specifieke afweer
Iedere antistof is specifiek voor 1 antigeen




Slide 19 - Slide

Antistoffen; complexvorming
Door antigeen-antistofcomplex kan de ziekteverwekker 1 geen cellen meer infecteren of kan de cel 2 uit elkaar vallen.
3 Bevordert ook fagocytose door macrofagen.

Slide 20 - Slide

B-lymfocyten: humorale afweer
Geactiveerde B-lymfocyten maken antistoffen tegen antigenen. Antistoffen zijn eiwitten, worden ook wel immunoglobulinen genoemd. Humor =vocht. Antistoffen komen in grote getalen in lichaamsvochtterecht.
Een B-lymfocyt kan echter maar 1 type antistoffen maken. Dus ...?

Slide 21 - Slide

BINAS 84L
Activatie humorale activiteit

Slide 22 - Slide

Immuniteit.
Een deel van de geactiveerde  B en T-lymfocyten wordt geheugencel.
Geheugencellen zijn langlevende cellen en kunnen bij de volgende infectie van dezelfde ziekteverwekker snel ontwikkelen tot T/B lymfocyt zodat afweer sneller gaat omdat de juiste T-cellen en antistoffen veel sneller gevormd kunnen worden.  Hierdoor word je niet meer zo ziek van deze ziekteverwekker en ben je dus immuun.

Slide 23 - Slide

passieve immunisatie


*serum
*zelf geen antistoffen

Slide 24 - Slide

animatie op bioplek.org
Gebruik de animatie op de volgende dia voor het maken van de opdrachten 10-12
(+6,7,9)

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Nakijken 
Kijk de gemaakte opdrachten na met de gedeelde uitwerkingen.

Slide 27 - Slide