Verbanden tussen zinnen - 1hv / V2

Welkom!

Deze lessonup gaat over signaalwoorden en tekstverbanden.

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Welkom!

Deze lessonup gaat over signaalwoorden en tekstverbanden.

Slide 1 - Slide

Formuleren 2
Verbanden tussen zinnen

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Je kunt benoemen wat signaalwoorden en tekstverbanden zijn.

Je kunt met gebruik van signaalwoorden het juiste tekstverband aangeven in een zin.

Slide 3 - Slide

Verbanden tussen zinnen
Zinnen in een tekst zijn met elkaar verbonden door middel van een verband. Een tekst wordt duidelijker als de schrijver de verbanden duidelijk aangeeft. Verbanden zijn met elkaar verbonden door signaalwoorden.

Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt, omdat ik het te druk had met leren.

Slide 4 - Slide

Het zonnetje scheen, maar het was nog steeds koud.
Signaalwoord =

Slide 5 - Open question

Eerst ging ik naar school en daarna ging ik naar de hockeytraining
Signaalwoorden =

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Er brak brand uit in het stadion, waardoor de wedstrijd niet kon doorgaan.
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Oorzaak-gevolg
D
Voorbeeld

Slide 8 - Quiz

Ik had geen zin in de opdracht, want ik had er ook geen tijd voor.
A
Reden
B
Tijdsverloop
C
Oorzakelijk-gevolg
D
Voorbeeld

Slide 9 - Quiz

Signaalwoord?
Ik kijk graag spannende series, zoals The 100.

Slide 10 - Open question

Verband?
Ik kijk graag spannende series, zoals The 100.

Slide 11 - Open question

Signaalwoorden?
Als ik mijn huiswerk heb gemaakt, dan mag ik naar buiten

Slide 12 - Open question

Tekstverband?
Als ik mijn huiswerk heb gemaakt, dan mag ik naar buiten

Slide 13 - Open question

Verbind tekstverband en signaalwoord
Tijdsverloop
Oorzaak en gevolg
Reden
Voorbeeld
Voorwaarde
Conclusie
en, ook, verder
echter, maar, toch
eerst, daarna, nadat
daardoor, door, doordat
omdat, namelijk, want
Zo, zoals
als.. (dan), wanneer, tenzij
dus, kortom, al met al
Opsomming
Tegenstelling

Slide 14 - Drag question

Lesdoel
Je kunt benoemen wat signaalwoorden en tekstverbanden zijn.

Je kunt met gebruik van signaalwoorden het juiste tekstverband aangeven in een zin.

Slide 15 - Slide