What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
H4.3 Lezen
H4.3
Lezen
Welkom!
2HV
1 / 11
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
11 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H4.3
Lezen
Welkom!
2HV
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Aan het einde van deze § kan je;
''...'' een activerende tekst herkennen;
''...'' beeld en opmaak in activerende teksten herkennen;
''...'' het tekstverband voor middel en doel herkennen;
''...'' het voorwaardelijk tekstverband herkennen.
Slide 2 - Slide
Tekstdoelen: een schrijver heeft een doel met zijn tekst.
Informeren
: informatie geven, zonder mening (o.a. nieuwsbericht, lesboek)
Amuseren
: Hij wil dat de lezer geniet van zijn tekst ( o.a. gedicht, stripboek, roman (leesboek))
Overtuigen
: De schrijver wil dat de lezer zíjn mening overneemt (o.a. betoog, ingezonden brief ).
Activeren
: De lezer moet iets gaan doen (bijvoorbeeld reclame, flyer ).
Slide 3 - Slide
tekstdoelen
informeren: Op de A10 zijn bij Amsterdam drie rijstroken dicht i.v.m. werkzaamheden.
amuseren: een mop....
overtuigen: Elke supermarkt hoort een openbaar toilet te hebben.
activeren: Twee paar schoenen voor 100 euro. Profiteer nu!
Slide 4 - Slide
4.3 Lezen
p..-.
hoofdstuk 2: informerende teksten / hoofdstuk 3: overtuigende teksten
hoofdstuk 4: Activerende teksten
De schrijver probeert de lezer tot actie aan te zetten.
Het belangrijkste tekstdoel is
activeren
,
bijna altijd is
informatie geven
het tweede tekstdoel.
De informatie moet helpen de lezer over te halen om in actie te komen.
Voorbeelden van activerende teksten zijn:
een advertentie,
een pop-up op een website,
een uitnodigingsbrief
Slide 5 - Slide
4.3 Lezen
p..-.
Beeld en opmaak
Met een activerende tekst wil de schrijver de aandacht van de lezer trekken. In reclameteksten gebeurt dat vaak met
beeld en
opmaak
(of:
lay-out
).
Beeld
De afbeelding die bij de tekst staat kan verschillende functies hebben:
de aandacht trekken;
een illustratie bij de tekst zijn;
een voorbeeld bij de tekst zijn;
informatie toevoegen die niet in de tekst staat.
•
Slide 6 - Slide
4.3 Lezen
p..-.
Opmaak
Bij ‘opmaak’ hoort alles wat de schrijver doet met de vorm van de tekst:
de verdeling van de tekst over de bladzijde of website;
de keuze van het lettertype en de lettergrootte;
het gebruik van kleur.
In veel reclameteksten staan woorden of zinnen groter of in een andere kleur, waardoor ze meteen opvallen.
Slide 7 - Slide
Terugblik Tekstverbanden
Tekstverband
Signaalwoorden
Opsommend
ten eerste, ook, eveneens, bovendien, verder, tevens, zowel... als, ten slotte, om te beginnen, daarnaast, niet alleen... maar ook...
Tijdsvolgorde
eerst, intussen, terwijl, toen, vervolgens, daarna, voordat, nadat, zodra, ten slotte
Tegenstellend
maar, echter, evenwel, toch, daarentegen, integendeel, enerzijds... anderzijds, daar staat tegenover
Uitleggend
bijvoorbeeld, dat wil zeggen, met andere woorden, zoals
Redengevend
want, omdat, daarom, immers, namelijk
Concluderend
dus, dan ook, concluderend, de slotsom is, hieruit volgt
Samenvattend
kortom, om kort te gaan, samenvattend, al met al
Oorzaak en gevolg*
doordat, daardoor, zodat, waardoor, met als gevolg
Vergelijkend
net als, zoals, evenals
3.3 Lezen
p.170-181
Slide 8 - Slide
4.3 Lezen
p..-.
Tekstverband
In deze paragraaf leer je twee nieuwe tekstverbanden. (De laatste twee)
Tekstverband voor middel en doel
Dit verband geeft aan dat je iets wil bereiken (doel) en wat je daarvoor nodig hebt (middel).
Voorbeeld:
Om
warm
te
blijven (= doel) doe ik een muts op (= middel).
Voorwaardelijk tekstverband
Dit verband geeft aan dat iets pas gebeurt als er aan een voorwaarde is voldaan.
Voorbeeld:
Als
je nu vertrekt (= voorwaarde), haal je de bus nog.
Alle tekstverbanden
Slide 9 - Slide
Tekstverband
signaalwoorden
Voorbeeld
Middel en doel
om te, met als doel, waarmee, daarmee
Mijn zus heeft bijles genomen
om te
voorkomen dat ze een onvoldoende krijgt.
Voorwaardelijk
als, indien, wanneer, mits, tenzij, behalve als, op voorwaarde dat
Ik kom morgen naar het feest,
tenzij
ik toch niet mag van mijn ouders.
4.3 Lezen
p..-.
Tekstverband
Alle tekstverbanden
Slide 10 - Slide
Aan de slag
Deze informatie staat ook op blz. 20. 22 en 24
maken H4.3 opdracht 2 t/m 6 + nakijken: zie Teams. > huiswerk
Klaar? Dan werk je alvast vooruit/ verder... zie de studiewijzer
Morgen starten we weer eerst met 10 minuten lezen.
Heb je het leesboek uit? Dan neem je een ander boek mee.
Slide 11 - Slide
More lessons like this
H4.3 Lezen
19 days ago
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
4.3 Lezen
21 days ago
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
4.3 Lezen
12 days ago
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
4.3 Lezen les 1
May 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
4.3 Lezen
May 2020
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
4.3 Lezen
May 2022
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
4.3 Lezen
March 2024
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
4.3 Lezen
February 2025
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2