Verbanden en signaalwoorden 27-2

DOEL


- je kunt met behulp van signaalwoorden opsommingen, tegenstellingen, voorbeelden,tijdsvolgordes (chronologie) en een oorzaak-gevolg in een tekst herkennen en begrijpen.

tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

DOEL


- je kunt met behulp van signaalwoorden opsommingen, tegenstellingen, voorbeelden,tijdsvolgordes (chronologie) en een oorzaak-gevolg in een tekst herkennen en begrijpen.

tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Slide

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 2 - Slide

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Slide 3 - Slide

Welk tekstverband herken je?
Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart en vervolgens kun je inchecken en naar je werk reizen.
A
tijdsvolgorde (chronologie)
B
oorzaak-gevolg

Slide 4 - Quiz

Welke drie signaalwoorden voor tijdsvolgorde zie je in de zin:

Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart en vervolgens kun je inchecken en naar je werk reizen.

Slide 5 - Open question

Welk tekstverband herken je?

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
A
tijdsvolgorde (chronologie)
B
oorzaak-gevolg

Slide 6 - Quiz

Welk signaalwoord voor oorzaak-gevolg herken je in de zin:

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.

Slide 7 - Open question

Wat is de oorzaak in de zin:

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.

Slide 8 - Open question

Wat is het gevolg in de zin:

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.

Slide 9 - Open question

Lees (en beluister) de tekst.

Slide 10 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 11 - Open question

Wat voor soort tekst is dit?

Slide 12 - Open question

In de laatste zin van alinea 1 staat een opsomming. Noteer die opsomming.

Slide 13 - Open question

In de eerste zin van alinea 2 staat een oorzaak / gevolg. Noteer de oorzaak en het gevolg.

Slide 14 - Open question

Noteer een signaalwoord van tijdsvolgorde uit alinea 2.

Slide 15 - Open question

Waarvoor wilde de school haar leerlingen behoeden volgens alinea 3?

Slide 16 - Open question

Wat is het verband tussen alinea 4 en 5?

Slide 17 - Open question

Waarom heeft de school nu wel aangifte gedaan?

Slide 18 - Open question

Wat is het verband tussen alinea 5 en 6?

Slide 19 - Open question

Noteer een signaalwoord voor tijdsvolgorde uit
alinea 6

Slide 20 - Open question

Wat vindt de ouder uit alinea 6 ervan dat de school niet direct aangifte deed?

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Sleep de signaalwoorden naar de juiste box
Doel-Middel
Voorwaarde
Tegenstelling
maar
indien
echter
waarmee
om te
als .. dan
als .. dan
zodat

Slide 23 - Drag question

Zelfstandig Werken - Examensprint
Je gaat aan de slag met:
- Verbanden, (deel)onderwerpen en hoofdgedachte
- Je levert de opdrachten in voor het einde van de les.

Al klaar?
Voorbereiding Mondeling - Filmpje (zie Classroom)
Examensprint: Gericht trainen






Slide 24 - Slide