25-1-2021

Lezen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Lezen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Feit, mening, of argument?
Online les is saai.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 3 - Quiz

Feit, mening, of argument?
Chocolade is lekker.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 4 - Quiz

Feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
argument

Slide 5 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

......., omdat hij vreemde ideeën heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 6 - Quiz

Feit, mening, of argument?
Eric heeft een mooie bril.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 7 - Quiz

Voer een gesprek.

Je hebt op 1 maart een trui gekocht bij een webwinkel. De trui kostte 25 euro. Het ordernummer was 67589000 BC. Je hebt de trui drie dagen gedragen. Op 5 maart kijk je op dezelfde website. De trui is nu de helft goedkoper: 12,50. Je bent boos. Je belt de klantenservice.

A is de klant. Denk eerst na: wat wil je? Wat moet de klantenservice voor je doen?
B is de medewerker. Je kunt niets voor de klant doen.


Slide 8 - Slide

Voer een gesprek
Je hebt schoenen gekocht bij een webwinkel. De schoenen kostten 125 euro. Het ordernummer was 00863434 WG. Je hebt de schoenen teruggestuurd, maar de winkel heeft maar 25 euro op je bankrekening gestort. Je bent boos. Je belt de klantenservice.


B is de klant. Denk eerst na: wat wil je? Wat moet de klantenservice voor je doen?
A is de medewerker. De winkel heeft een fout gemaakt. Jullie storten direct 100 euro op de bankrekening van de klant.
 

Slide 9 - Slide

Woorden herhalen
Quizlet 4.1, 4.2, 4.3 en 4.4

Slide 10 - Slide

Oefenen voor de toets

Slide 11 - Slide

Toets thema 4

Slide 12 - Slide

Huiswerk:
- Thema 5.1 stap 1 t/m 6
Grammatica: -

Slide 13 - Slide