Ch 1 - les 1

1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • toets bespreken
  • begin maken met Chapitre 1
  • uitleg passé composé
  • oefenen in maxitaal

Slide 2 - Slide

toets bespreken
Bekijk je toets en bedenk voor jezelf:
-Wat heb je goed gedaan?
-Waar heb je fouten gemaakt die niet nodig waren?
-Wat vind je moeilijk/lastig?
-Wat pak je een volgende keer anders aan?

Slide 3 - Slide

toets bespreken
Noteer op de achterkant van de toets:
-Hier ben ik trots op / Dit heb ik goed gedaan:
-Dit ga ik een volgende keer anders doen:

Slide 4 - Slide

Chapitre 1
  • Ik ken woorden die te maken hebben met vakantie, landen en het weer.
  • Ik kan de passé composé gebruiken.
  • Ik kan vertellen wat ik tijdens mijn vakantie heb gedaan.
  • Ik kan de juiste bezittelijke voornaamwoorden gebruiken in het Frans.


       Toets: dinsdag 22 november



Slide 5 - Slide

Chapitre 1 - introduction
Regarde le film.
Luc est français, mais il habite aux Pays-Bas.
Il parle de la France et des Pays-Bas.



Slide 6 - Slide

Chapitre 1 - A
Prends ton livre à la page 50.

-Lis les mots et les phrases.
-Écoute bien.
-Répète-les.



Slide 7 - Slide

Chapitre 1 - Écouter
Prends ton livre à la page 22.

-On va faire exercice 5, 6 et 7.



Slide 8 - Slide

passé composé

Slide 9 - Slide

Aantekeningen maken
Door te schrijven onthoud je dingen beter dan door te typen.

Al hoewel typen sneller is, zorgt de mindere snelheid van schrijven én het feit dat schrijven meer werk kost, er voor dat je er meer bewust mee bezig bent. Je moet meer nadenken en dus onthoud je het beter

Slide 10 - Slide

passé composé = v.t.t.
Ik heb gelopen.
Mijn vader heeft gevoetbald.
Mijn broer is naar Engeland gegaan.

Slide 11 - Slide

voltooid deelwoord
parler     ->      parlé                               donner     ->   donné
praten              gepraat                          geven               gegeven

                               REGEL:    werkwoord   -  er   +  é  

Slide 12 - Slide

hulpwerkwoord
Om de passé composé te kunnen vormen heb je het hulpwerkwoord  avoir  nodig.
   
    Ik heb een nieuwe fiets gekocht.

Slide 13 - Slide

avoir
j'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont

Slide 14 - Slide

passé composé
De passé composé bestaat uit drie delen:
persoonlijk voornaamw.  +  hulpwerkwoord + voltooid deelw. 

j'ai parlé
tu as donné
nous avons mangé

Slide 15 - Slide

oefenen

Slide 16 - Slide

(parler) Marc .... français

Slide 17 - Open question

(regarder) Tu ... la télé?

Slide 18 - Open question

(nager) Ma mère ....

Slide 19 - Open question

(manger) Eva ... des frites.

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

www.maxitaal.net/mv
p.c. avoir

Slide 22 - Slide

devoirs
leren woorden/zinnen A

Slide 23 - Slide