Les 11 1HM2

• Aardrijkskunde

Les 11 1Hm2

Vandaag:

- Klimaatgrafiek tekenen

- Herhaling 

- Leren voor een toets

Klimaatgrafiek tekenen 

Stap 1:

Je tekent de assen. 

Let hierbij op de schaalverdeling en welke gegevens waar afgelezen worden.

Stap 2:

Zet de schaalverdeling bij alle assen en   zet erbij wat je af kan lezen.

Horizontale as: de maanden

Linker verticale as: de neerslag in mm (0, 20, 40, etc)

Rechter verticale as: temperatuur in *C (-30 tot +40) 

Stap 3:

Zet voor bij iedere maand een streepje voor de neerslag.

Heb je bij iedere maand dat gedaan en gecontroleerd? Kleur dan de staafjes in met blauw.

Stap 4: 

Zet bij iedere maand een rode stip in het midden van de kolom.

Heb je dat bij iedere maand gedaan? Verbind dan de punten met elkaar. 

Teken nu een klimaatgrafiek met de gegevens in de volgende dia. Gebruik de stappen uit de vorige dia's. 

Oefenen: 

Klimaatgrafiek klaar? Controleer hem met bron 4 in paragraaf 8. 

Bekijk het filmpje over het broeikaseffect in de volgende dia. 

Lees nu de alinea de warmte van de zon in paragraaf 3 nog eens. 

Leg nu in je eigen woorden aan je buurman/vrouw uit wat het broeikaseffect is. 

Stel je gaat klimmen in de bergen. Je start op 1000m en daar is het 6 graden. Je klimt 750 meter. Hoe warm is het daar? Geef ook je berekening.

Zeestromen hebben invloed op de temperatuur aan de kust, hoe kan dit? Leg je antwoord uit.

Stijgingsneerslag komt vooral voor in bergachtige gebieden.

1. Juist
2. Onjuist

De droge kant van de berg noemen we ook wel:

1. Loefzijde
2. Lijzijde

Wat is het verschil tussen een C en een D klimaat? Gebruik eventueel je boek.

Meenemen naar de toets:

- Pen

- Potlood

- Rode pen/potlood

-Blauwe pen/potlood

- Rekenmachine

- Geodriehoek/liniaal 

Leren voor de toets

Stappenplan:

1. Leer de begrippen (paragraaf 14).

2. Neem de samenvattingen goed door (paragraaf 13).

3. Bekijk de figuren/afbeeldingen in alle paragrafen. Kun je uitleggen wat er afgebeeld is?

4. Oefen een aantal vragen per paragraaf in de methode.

5. Maak een mindmap waarin je begrippen aan elkaar koppeld. 

6. Leg de processen uit het boek uit aan je ouders. Loop je vast? Dan moet je daar nog even beter naar kijken.