grammatica h4 en 6

Het meewerkend voorwerp 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het meewerkend voorwerp 

Slide 1 - Slide

Stappen
  • Persoonsvorm -  tijdsproef
  • Werkwoordelijk gezegde - all ww in de zin
  • Onderwerp- Wie/wat +wwg
  • Lijdend voorwerp - Wie/wat + wwg + ond
  • Meewerkend voorwerp   ?


Slide 2 - Slide

H4 aantekening:
Hoe vind ik het MV (meewerkend voorwerp)?
1. Eerst zoek ik de PV, WWG, OND en LV.

2. Daarna stel ik deze vraag:
Aan wie of voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp = meewerkend voorwerp.
 TIP: als er geen LV is dan is er ook geen MV!!!

Slide 3 - Slide

vervolg aantekening
controle: zet er AAN/ VOOR bij het zinsdeel of laat het weg  Als dat kan is het zinsdeel een MV.
Voorbeeld:
De jongen schrijft een liefdesbrief aan zijn vriendin.
Aan/ voor + wie of wat + schrijft + de jongen + een liefdesbrief? - Meewerkend voorwerp: aan zijn vriendin.
De jongen schrijft zijn vriendin een liefdesbrief..

Voorbeeld:
Mijn oma appt mij het recept.

Aan/ voor + wie of wat + appt + mijn oma + het recept? - Meewerkend voorwerp: mij

Mijn oma appt aan mij het recept.

Slide 4 - Slide

vervolg aantekening
MAAR: Een zinsdeel dat met voor begint is niet ALTIJD een  meewerkend voorwerp.

VB: Voor mij staat een lange rij wachtenden.

Voor geeft hier een plaats aan. Niet voor wie iets bestemd is en is nu geen MV.

Slide 5 - Slide

aan de slag
maak opdr 3 t/m 6 (blz 169 en 170)  van H4  en opdracht 3 (blz 264) van H6 uit je boek .

Slide 6 - Slide

Antwoorden opdr 3 blz 169
Opdracht 3
1  - 
2
  Hassan stuurt zijn beste vriend een mailtje.
onderwerp : Hassan
werkwoordelijk gezegde : stuurt
meewerkend voorwerp : zijn beste vriend
lijdend voorwerp : een mailtje



Slide 7 - Slide

Antwoorden opdr 4 blz 170

1 Hassan stuurt aan zijn beste vriend een mailtje.
 Of: Hassan stuurt een mailtje aan zijn beste vriend.
2 De makelaar geeft de nieuwe bewoner de sleutels.
3 De volgorde van de zinsdelen verandert als je het voorzetsel ‘aan’ weglaat of toevoegt: het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp wisselen van plaats.




Slide 8 - Slide

Antwoorden opdr 5 blz 170
1 de paarden 
2 aan zijn leerlingen
3 mijn zus
4 onze jarige mentor
5 de scholieren
6 Aan de persvoorlichter



Slide 9 - Slide

Antwoorden opdr 6 blz 170
       wwg                              ond                      lv                                     mv
1 mag vertellen                jij                    dit verhaal             aan je broer
2 schonk                          Lisa        een duur horloge    aan haar vriend
3 gaf                      mijn mentor    een groot compliment          mij
4 ga leren                       je                     een goocheltruc                mij

Slide 10 - Slide

Antwoorden opdr 3 blz 264
1. meewerkend voorwerp 
2 meewerkend voorwerp
3 bijwoordelijke bepaling
4 bijwoordelijke bepaling
5 meewerkend voorwerp
6 bijwoordelijke bepaling
7 meewerkend voorwerp
8 bijwoordelijke bepaling


Slide 11 - Slide