2.1 Steden in de wereld

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 2

2.1 Steden in de wereld

Vandaag

• Herhalen: wat is een stad
• Vier kenmerken van een stad
• Drie soorten steden
•  Ligging van steden (stedelijk netwerk, primate city)
• Urbanisatie
• Verstedelijkingsgraad

Leerdoelen

• Je weet het verschil tussen soorten steden.
• Je begrijpt waardoor de verstedelijkingsgraad verschilt tussen rijke en arme landen.
• Je kunt steden en stedelijke netwerken op een kaart aanwijzen.

Herhalen: Leg in eigen woorden uit wat een 'stad' is.

Vier kenmerken van een stad

• Bepaald aantal mensen
• Veel gebouwen op klein gebied
• Veel beroepen in industrie en diensten
• Veel voorzieningen

Megastad

Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners.

Bijvoorbeeld:

- Tokyo
- New York

Wereldstad

Dit is een zeer grote stad, die belangrijk is voor de hele wereld.

Bijvoorbeeld:

Parijs, Amsterdam, Londen

Hoofdstad

De belangrijkste stad van een land of provinicie.

Bijvoorbeeld:

Amsterdam, Utrecht, Zwolle

Succesvolle steden hebben vaak een gunstige ligging. Wat maakt de ligging van een stad gunstig?

Succesvolle steden liggen:

1. bij water (rivier of kust)

2. in een vruchtbaar gebied

Bekijk de afbeelding: wat zie je op de foto?

1. Primate city
2. Een megastad
3. Een stedelijk netwerk

Primate City

Veel ontwikkelingslanden hebben vaak één megastad, een primate city. 

Een primate city is veel groter dan de tweede stad van het land.

• Bijvoorbeeld: Bangkok in Thailand 
  

(8 miljoen inwoners) is 16 keer zo groot als de tweede stad van Thailand (270.000 inwoners). 

Verstedelijkingsgraad

Percentage mensen van een land dat in een stad woont.

Hoeveel procent van de Nederlanders woont in een stad?

0-20%

20-40%

40-60%

60-80%

80-100%

Zoek op: Wat betekent 'urbanisatie'?

Urbanisatie: groei van steden

Reden 1: Mensen verhuizen van het platteland naar de stad.

• Ze hopen in de stad een baan te vinden
• Ze hopen het in de stad beter te hebben

Reden 2: Hoog geboortecijfer

• Veel jonge mensen die in de stad een gezin stichten

Aan de slag met 2.1

Lees 'Soorten steden' (bladzijde 30 lesboek)

Maak opdrachten 1, 2 en 3 (bladzijde 38 werkboek)

Klaar: maak ook opdracht 4

Aan de slag met 2.1

Lees 'Ligging van steden' en 'Groei van steden'

(bladzijde 30 en 31 lesboek)

Maak opdrachten 4 t/m 6  (bladzijde 38 werkboek)

Klaar: maak ook opdracht 7