Samenvatting D2

Welkom!


Samenvatting D2 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1,4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Welkom!


Samenvatting D2 

Slide 1 - Slide

Belangrijke begrippen:

Vierkant
Rechthoek
Driehoek
Cirkel
Ruit
Parallellogram
Evenwijdig/parallel
Loodrecht/haaks
Spiegelsymmetrisch
Piramide
Balk
Bol
Kubus
Cilinder
Kegel
Prisma

Omtrek
Oppervlakte
Oppervlaktematen
Inhoud 

Slide 2 - Slide

Balk
Piramide
Cilinder
Prisma
Oppervlakte
voor-/achtervlak
boven-/grondvlak
linkerzij-/rechterzijvak
Mantel (oppervlakte)
Plattegrond
Schaal
Kompasroos
Vakken
Coördinaten

Vooraanzicht
Bovenaanzicht
Achteraanzicht
rechterzijaanzicht
Doorsneden/snijvlak

Slide 3 - Slide

2.1 vlakke en ruimtelijke figuren
Ken en herken (de figuren uit) de begrippenlijst 

Slide 4 - Slide

2.2 Omtrek en oppervlakte 
Omtrek: Zijde + zijde + zijde (+ zijde)
Oppervlakte vierkant/rechthoek: lxb
Oppervlakte driehoek: (lxb):2

Slide 5 - Slide

2.3 Oppervlakte ruimtelijke figuren

Opp ruimtelijk figuur: 
som van de opp. van de vlakke figuren

Slide 6 - Slide

2.4 Inhoud

Inhoud: lxbxh 
of opp. x h

Slide 7 - Slide

2.5 Plattegronden
Let op de legenda
Let op de kompasroos 
Let op de vlakken/coördinaten

Slide 8 - Slide

2.6 Schaal en schaallijnen
Bij de schaallijn staat welke eenheid er bij de getallen hoort. 
2 cm = 300 km

Tip: schrijf deze om naar een gewone schaal!

Slide 9 - Slide

2.6 Schaal en schaallijnen
Bij de schaallijn staat welke eenheid er bij de getallen hoort. 
2 cm = 300 km
1 cm = 150 km
1 cm = 15.000.000 cm 
1: 15 000 000

Slide 10 - Slide

2.9 Schaal 
1: 200 -> 200x groter dan het schaal model
200:1 -> 200x kleiner dan het schaal model
1 m/km/mm/... op schaal is 200 m/km/mm/... in werkelijkheid

Schaal wordt Altijd zo klein mogelijk gemaakt, dus 1: ... 

Slide 11 - Slide

2.7 aanzichten en doorsnedes en 2.8 bouwtekeningen en plattegronden


Zelf doornemen. 
Enkele opdrachten oefenen

Slide 12 - Slide

2.10 Referentiematen 
''De oppervlakte van een voetbalveld is 0,5 hm² (50 × 100 m)''.


''De oppervlakte van een A4 is het 1/16
 deel van een 1 m² (= 625 cm²)''.

''De inhoud van een kopje is 200 mL''.

''De inhoud van een emmer is 10 liter''.



Slide 13 - Slide

Eenheden
Moeten gelijk zijn! 

Slide 14 - Slide

Let op
. of , 

Slide 15 - Slide