Thema 2 les 4

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

't Kofschip x

les bij taal actief 4 thema 2 les 4

Waar denk je aan bij 't kofschip x?

Wat is de stam van het werkwoord:
lopen

1. loop
2. liep
3. liepte
4. loopte

Lesdoel: 

Tijdens deze les leer je hoe je werkwoorden schrijft in de verleden tijd. 

Volg het stappenplan met de volgende werkwoorden: 

knippen 

rammen 

Volg het stappenplan met het werkwoord:
ruilen

1. ruilde
2. ruilte

Volg het stappenplan met het werkwoord:
gebeuren

1. gebeurde
2. gebeurte

Volg het stappenplan met het werkwoord:
knippen

1. knipde
2. knipte

Volg het stappenplan met het werkwoord:
haken

1. haakde
2. haakte

Volg het stappenplan met het werkwoord:
boksen

1. boksde
2. bokste

Volg het stappenplan met het werkwoord:
openen

1. opende
2. opente

Typ de persoonsvorm in de verleden tijd.
Mijn neefjes VOETBALLEN bij een club

Typ de persoonsvorm in de verleden tijd.
De wedstrijd DREIGT afgelast te worden.

Typ de persoonsvorm in de verleden tijd.
Bij korfbal MIXEN we de jongens en de meisjes.

Typ de persoonsvorm in de verleden tijd.
De trainer EIST dat iedereen op tijd komt.

Typ de persoonsvorm in de verleden tijd.
De kogelstoter GOOIT de kogel met zijn likerarm.

Typ de persoonsvorm in de verleden tijd.
Zij VIEREN de overwinning met een feest.

't Kofschip x