Herhaling 2.1 + 2.2

1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute n4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Celkern

Bevat DNA-moleculen 
(= chromosomen) en regelt alle belangrijke processen in de cel.

Een gen (specifiek stukje DNA) bevat de code voor de aanmaak van 1 type eiwit

Kopie van een gen wordt gemaakt --> mRNA

mRNA gaat via kernporiën naar Ribosomen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Ribosomen
(veelal gelegen op de membranen van het ER)

bolvormige organellen voor productie van eiwitten
(= eiwitsythese)

Het mRNA bindt zich aan de ribosomen.

Ribosomen "lezen" het mRNA-molecuul af en produceren een specifiek eiwit

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Endoplasmatisch Reticulum


Netwerk van membranen dat dient voor transport van stoffen binnen een cel


De geproduceerde eiwitten worden via het Endoplasmatisch Reticulum 
(en via het Glad ER) naar het Golgi-systeem vervoerd

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Golgi-systeem

plat membranensysteem dat ervoor zorgt dat eiwitten hun specifieke vorm krijgen en buiten de cel kunnen worden afgegeven

Het Golgi-systeem verwerkt het eiwit en verpakt het in Golgi-blaasjes 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Ribosomen
  • zijn bolvormige structuren
  • aangemaakt in het kernlichaampje
  • aanwezig los in het cytoplasma
  • aanwezig aan het ruw  endoplasmatisch reticulum (RER)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is de functie van ribosomen?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Functies:
  • Eiwitsynthese => maken van eiwit
  • Vrije ribosomen => eiwitten voor in de cel
       b.v. enzymen 
  • Gebonden ribosomen=> eiwitten voor buiten de cel
       b.v. transporteiwitten, antistoffen

Slide 8 - Slide

  • Antistoffen gemaakt door ribosomen uit witte bloedcellen zitten op de celmembraan.
  • Transporteiwitten vervoeren bijv hemoglobine bindt zuurstof en verplaatst zich in het lichaam of transferrine bind ijzer

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Endosplasmatisch reticulum
Bestaat uit:
  •  blaasjes (cisternae)
  • Buisje (tubuli) 
  • membraan
netwerk (reticulum) 
Membraan in het cytoplasma (endo)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

RER-> ruw endoplasmatisch reticulum
ER-> glad endoplasmatisch reticulum

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

ER
Ruw ER   : 
  • netwerk van buizen, met ribosomen aan membraan. 
  • transport van eiwit naar golgi-apparaat of           andere bestemming in cel.


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

Inbouw rer => veel vernieuwd omdat er transportblaasjes worden gevormd van het membraan
Waarom eiwit omgeven door blaasjes? => eiwit komt dan niet terecht in het cytosol.
Golgi-apparaat

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Functies golgi systeem:
  • Opslag 
  • Bewerking
  • transport

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Kan jij naar aanleiding van deze uitleg de route van een eiwit benoemen?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

1. Het mRNA bindt aan een ribosoom van het RER
2. Een mRNA-molecuul wordt gemaakt in de celkern
3. In het ER wordt de aminozuurketen tot een echt eiwit gevouwen
4. mRNA-molecuul verlaat de celkern
5. Het ribosoom plakt de aminozuren in de juiste volgorde aan elkaar vast
6. De eiwitten worden opgeslagen in het Golgi-systeem

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Energiecentrales van de cel zijn
A
Vacuoles
B
Endoplasmatisch reticulum
C
Golgi-systeem
D
Mitochondriën

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort bij welke functie? 
Sleep de organellen naar de juiste functie.
Transportsysteem
Levert energie
Maakt RNA
Maakt eiwitten
Celkern
Ribosomen
Glad ER
Mitochondriën
Ruw ER
Golgi-systeem

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de functie van een lysosoom in de cel?
A
zorgt voor vertering binnen de cel
B
drager van erfelijke eigenschappen
C
vervormen van eiwitten
D
transporteren van stoffen in de cel

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Welk nr. is het golgi apparaat en wat doet die?
A
nr 8: het verpakt en bewerkt eiwitten
B
nr 6: het verpakt en bewerkt eiwitten
C
nr 8: het maakt eiwitten
D
nr 6: het maakt eiwitten

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is géén functie van het celmembraan?
A
Binden aan signaalstoffen zoals hormonen
B
Doorlaten van CO2 en O2
C
Niet doorlaten van schadelijke stoffen
D
Maken van eiwitten

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions