This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
14.3 Keramische materialen
Leerdoelen
Je leert de structuur en eigenschappen van keramische materialen
Je leert de structuur en eigenschappen van composieten met keramische materialen
Slide 2 - Slide
Keramische materialen
Zand, glas, porselein, diamant zijn voorbeelden
Vaste stoffen, harder dan polymeren en metalen en beter bestand tegen zeer hoge temperaturen
Reageren nauwelijks met andere stoffen
Maakt het geschikt voor implantaten, zoals een heup of tanden
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
wat denk je dat het beste past bij "wat is een keramisch materiaal"?
A
het is geen polymeer
B
het is gebakken
C
het is geen metaal
D
het bestaat uit een rooster van atomen
Slide 9 - Quiz
Keramische materialen hebben een....
A
Ionrooster
B
Atoomrooster
C
Atoomrooster of ionrooster
D
Geen atoomrooster en geen ionrooster
Slide 10 - Quiz
Een van de meest bestudeerde keramische materialen is zirkonium(IV)oxide. Wat is de juiste formule?
A
ZrO₄
B
Zr₂O
C
ZrO₂
D
Zr₄O
Slide 11 - Quiz
Zirkonium(IV)oxide (s) is een slechte geleider van stroom. Waarom?
A
omdat zirkonium(IV)oxide een moleculaire stof is
B
omdat de ionen vastzitten in het ionrooster
C
omdat de ionen zich vrij door het ionrooster kunnen bewegen
D
Omdat zirkonium(IV)oxide slecht oplosbaar is in water
Slide 12 - Quiz
Diamant bestaat uit koolstofatomen die via bindingen aan elkaar verbonden zijn. Om welk type binding gaat het hier?
A
atoombinding
B
ionbinding
C
metaalbinding
D
vanderwaalsbinding
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Bij veel toepassingen waar voorheen vooral aluminium voor werd gebruikt, wordt tegenwoordig carbon composiet ingezet, een composiet van koolstof en plastic. Welke twee eigenschappen hebben de beide stoffen gemeen?