Les A43 grootheden en eenheden

• Wiskunde
• MBO
• Studiejaar 1

Grootheden en eenheden

Voorkennis activeren

Welke grootheid ken je?

Welke eenheid ken je van de grootheid lengte, gewicht en inhoud.
Noem er voor elke grootheid 1.

km

hm

dam

m

dm

cm

mm

per maat groter :10

per maat kleiner x10

Lengte

a. 3 cm  = ..........m                c. 2 m       = ..........dm

b. 0,65 km = ..........m                d. 8,2 dm = ..........mm

km² 

hm² 

dam² 

m² 

dm²

cm² 

mm² 

per maat groter :100

per maat kleiner x100

Lengte

km³ 

hm³ 

dam³ 

m³ 

dm³ 

cm³ 

mm³ 

per maat groter :1000

per maat kleiner x1000

Lengte

Leerdoelen

Aan het einde van de les:

- Ken je de drie grootheden.

- Weet je welke eenheden er bij de grootheden horen.

- Kan je de eenheden omrekenen

- Kan je oppervlakte en inhoud uitrekenen

Opdracht 1: Schoolplein

Wie: 6 groepen

Tijd: 15 minuten

Pauze

10 minuten

26m

15m

(Groep 1= 21)

Opdracht 2: Klaslokaal opmeten

Wie: 6 groepen

Tijd: 15 minuten

Opdracht 2 klassikaal bespreken

Benoem de drie grootheden en voor elke grootheid minimaal twee eenheden

Noem een voorbeeld wanneer je gebruik kan maken van grootheden en eenheden in het dagelijks leven

Hoe vaak past 5m² in 450m²

1. 15 keer
2. 40 keer
3. 90 keer
4. 30 keer

Hoeveel kubussen van 10 cm³ passen in een doos van 5cm bij 5cm bij 5cm?

Leerdoelen behaald? 

Aan het einde van de les:

- Weet je welke grootheden er zijn.

- Weet je welke eenheden er bij de grootheden horen.

- Kan je de eenheden omrekenen

- Kan je oppervlakte en inhoud uitrekenen