Les 2 H1 vraag en begin H2 VWO

Economie
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 26 slides, with text slides.

Items in this lesson

Economie

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Korte herhaling vorige les
  • Opdracht formuleren
  • Opdracht hoofdstuk 1
  • Restant hoofdstuk 1 bespreken
  • Begin maken hoofdstuk 2
  • Beginnen opdrachten hoofdstuk 2

Slide 2 - Slide

Inhoud vorige les
  • Relatie vraag en prijs
  • De 5 factoren die van invloed zijn op de prijs
  • Prijselasticiteit
  • Inkomenselasticiteit
  • Inferieure, noodzakelijk en luxe goederen

Slide 3 - Slide

Maak een verband tussen dit nieuwsbericht en de huizenprijzen

Doe dit op een manier waar je de volledige punten voor krijgt op een examen

Slide 4 - Slide

Opdracht bespreken
3.15

Slide 5 - Slide

Belangrijke punten nog uit H1
  • Giffengoederen: sprake van een positieve prijselasticiteit

  • Maar wat kunnen we eigenlijk met prijselasticiteit?

Slide 6 - Slide

Soorten prijselasticiteit
omzet = p * q

Slide 7 - Slide

prijselasticiteit
  • één product heeft niet maar
1 prijselasticiteit: Per punt
verandert deze.
  • Hoe hoger de prijs, hoe groter het
procentuele effect van een prijs-
verandering op de gevraagde
hoeveelheid

Slide 8 - Slide

prijselasticiteit
  • Bereken de procentuele verandering van de omzet wanneer de prijs van €0,10 naar €0,20 gaat.
  • bereken eerst de prijselasticiteit.

Slide 9 - Slide

Voorbeeldsom
Bereken de omzetverandering bij een Pe van -1,5, een prijs die van €2 naar €1,60 gaat een omzet die €400 was.

Slide 10 - Slide

Hoofdstuk 2: het aanbod
Wat is het verband tussen aanbod en prijs?

Slide 11 - Slide

2.1 welke productiefactoren zijn er?
  • arbeid
  • kennis
  • kapitaal
  • locatie 

Slide 12 - Slide

Toe- en afnemende Meeropbrengsten

Slide 13 - Slide

Gelijkblijvende meeropbrengsten

Slide 14 - Slide

Toe- en afnemende schaalvoordelen

Waarom bestaat er geen kappersketen met 1000 zaken maar wel een miljardenbedrijf in de olie?

Slide 15 - Slide

Productiekosten
Voordat je iets aan kunt bieden, moet je productiekosten maken. Te verdelen in 2 soorten:

  • Vaste kosten (veranderen niet mee met de omzet)
  • Variabele kosten (veranderen wel mee met de omzet)

Slide 16 - Slide

Totale kosten:
Variabele kosten + Vaste kosten = Totale kosten

Slide 17 - Slide

Hoe bereken ik dan de gemiddelde totale kosten?

Slide 18 - Slide

Marginale kosten
Exta kosten per extra eenheid productie

Slide 19 - Slide

Waarom zijn marginale kosten (bijna) altijd toenemend?
Er wordt altijd eerst voor de 'first choice' gekozen en daarna voor de 'second best option'

Slide 20 - Slide

winstberekening
TO - TK = TW of;
(GO - GTK) * q = TW

Maximale winst bij MO = MK
sprake van exogene prijs? MO = GTO = P. winst dan dus gelijk bij MK = P

Slide 21 - Slide

Als er winst is, want:
Break-evenpunt = TO = TK

Slide 22 - Slide

Winst t.o.v. producentensurplus
producentensurplus = verschil tussen waarvoor de aanbieder het wil verkopen en waarvoor hij het verkoopt.

Maar vanaf wanneer is een producent bereid om te verkopen?

Slide 23 - Slide

Verkopen vanaf MK:
De producent verkoopt wanneer de MO groter is dan de MK, omdat hij anders verlies maakt bij de verkoop van een extra product. Hij of zij hoeft dus nog geen winst te maken bij producentensurplus.

Bij MK is sowieso geen rekening gehouden met constante kosten. Een bedrijf zou dus, op korte termijn, met verlies vekopen als het verlies lager is dan wanneer het geen producten verkoopt.

Slide 24 - Slide

Nog vragen?

Slide 25 - Slide

Zelf met opdrachten bezig
Begin met opgave 6.5

Slide 26 - Slide