Centrale en perifere zenuwstelsel

week 4 Anatomie
Centrale en perifere zenuwstelsel
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

week 4 Anatomie
Centrale en perifere zenuwstelsel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen: Benoemen uit welke onderdelen 
  • het centrale zenuwstelsel bestaat 
  • het perifere onderdeel bestaat

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Centrale zenuwstelsel

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Het centrale zenuwstelsel
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. De hersenen bestaan uit de grote hersenen, tussenhersenen, hersenstam en de kleine hersenen. Het ruggenmerg bevindt zich in de wervelkolom en het behoort tot het centrale zenuwstelsel omdat het ook zenuwcellen bevat. Dit is nuttig bij spierreflexen, zoals bij de kniepeesreflex of de terugtrekreflex. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel (de hersenen en het ruggenmerg) en het perifere zenuwstelsel (de zenuwen buiten de hersenen en het ruggenmerg).

Het perifere zenuwstelsel bestaat uit twee delen: het somatische zenuwstelsel en het autonome zenuwstelsel. 

Het autonome zenuwstelsel bestaat uit twee delen: het sympatische en het parasympatische zenuwstelsel. 

Slide 6 - Slide

Het perifere zenuwstelsel bestaat uit meer dan 100 miljard zenuwcellen die als draden door het gehele lichaam lopen. De zenuwen van het somatische zenuwstelsel verbinden de hersenen en het ruggenmerg met spieren die bewust worden aangestuurd (willekeurige spieren of skeletspieren) en met sensibele receptoren in de huid. Het autonome zenuwstelsel verbindt de hersenstam en het ruggenmerg met de inwendige organen en reguleert inwendige lichaamsprocessen die geen bewustzijn vereisen. Voorbeelden hiervan zijn de frequentie waarmee het hart samentrekt, de bloeddruk en de ademhalingsfrequentie. 

Het sympatische en het parasympatische zenuwstelsel werken samen, waarbij het ene meestal de werking van de inwendige organen activeert en het andere de werking afremt. De belangrijkste functie van het sympatische zenuwstelsel is de voorbereiding van het lichaam op een veeleisende situatie of een noodsituatie, ofwel een fight-or-flight-situatie. De belangrijkste functie van het parasympatische zenuwstelsel is de voorbereiding van het lichaam op normale situaties. Het sympatische deel vergoogt bijvoorbeeld de hartslag, bloed en ademhalingsfrequentie, terwijl het parasympatische deel deze juist verlaagt.
Centrale zenuwstelsel 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Opdracht Het perifere zenuwstelsel bestaat uit twee delen:
groepje A het somatische zenuwstelsel en het autonome zenuwstelsel.

groepje B: Het autonome zenuwstelsel bestaat uit twee delen: het sympatische en het parasympatische zenuwstelsel.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Centrale en perifere zenuwstelsel
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersen en het ruggenmerg. Hier worden prikkels vanuit de zintuigen verwerkt, wordt betekenis gegeven, worden besluiten genomen en worden spieren en klieren aangestuurd. 

De zenuwen die informatie naar het centrale zenuwstelsel brengen of opdrachten versturen naar spieren of klieren vormen het perifere zenuwstelsel. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Werking zenuwstelsel

  1. Zintuigen vangen de prikkels op
  2. Zintuigcellen zetten deze om in impulsen
  3. Deze impulsen gaan via de sensorische zenuwen naar het ruggenmerg.
  4. Vanuit het ruggenmerg gaan de impulsen naar de hersenen
  5. De hersenen verwerken de impulsen en bepalen hoe erop te reageren.
  6. Indien een reactie gewenst is, sturen de hersenen impulsen via de motorische zenuwen naar de spieren en klieren
  7. De spieren en klieren zorgen voor bepaalde reactie 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Sensorische en motorische zenuwcellen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Het perifere zenuwstelsel is verantwoordelijk voor...
A
prikkels of impulsen verwerken
B
vervoeren van prikkels of impulsen
C
bewustwording van prikkels of impulsen
D
regelen van de bloeddruk

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen het centrale en perifere zenuwstelsel

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Antwoord: Welke weg legt het signaal af
1. Sensorische centra (d.m.v. zintuigen)
2. Ruggenmerg
3. Grote hersenen
4. Kleine hersenen
5. Motorische centra (bv beweging v spieren)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Zet de woorden in het juiste vakken
Grote hersenen
(Cerebrum)
Hersenstam
(Truncus cerebri)


Kleine hersenen
(Cerebellum) 
Ruggenmerg
(Medulla spinalis)

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Het perifere zenuwstelsel
Het perifere zenuwstelsel bestaat uit 12 hersenzenuwen, 31 ruggenmergszenuwen en sympathische grensstrengen. Het perifere zenuwstelsel wordt ingedeeld in het autonome (onwillekeurige) en animale (willekeurige) zenuwstelsel. 

Het autonoom zenuwstelsel is nog weer onderverdeeld in het sympatisch en parasympatisch zenuwstelsel. Dit wordt verder in deze les nog uitgelegd.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

                indeling zenuwstelsel
perifeer zenuwstels
centraal zenuwstelsel
autonoom (onwillekeurig) zenuwstelsel
willekeurig zenuwstelsel
sympatisch zenuwstelsel (actie)
parasympatisch zenuwselsel (rust)

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de functie van het zenuwstelsel?
A
zorgt voor prikkelgeleiding
B
zorgt voor je bewustzijn
C
Goede samenwerking van de lichaamsfuncties
D
fight en flight

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Het zenuwstelsel kan op grond van de bouw worden ingedeeld in het centrale zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel
A
goed
B
fout

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Het perifere zenuwstelsel bestaat uit
A
hersenen en ruggenmerg
B
31 hersenzenuwen en 12 ruggenmergzenuwen
C
12 hersenzenuwen en 31 ruggenmerg zenuwen
D
20 hersenzenuwen en 23 ruggenmergzenuwen

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Het centrale zenuwstelsel bestaat uit:
A
hersenen en ruggenmerg
B
hersenen en motorische zenuwen
C
hersenen en perifere zenuwen
D
hersenen, ruggenmerg en perifere zenuwen

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht
Voeg je toe aan de groep 
maak Module 11: H2 en H3

Slide 32 - Slide

This item has no instructions