Reageren op een klacht

Reageren
op een
klacht
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsHoger onderwijs

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Reageren
op een
klacht

Slide 1 - Slide

Wat kan je zeggen?
1
A
Ik begrijp het. Ik geef uw klacht door .
B
Ik begrijp het. Ik noteer uw klacht.
C
Ik begrijp het.

Slide 2 - Quiz

Wat kan je zeggen?
2
A
Ik begrijp de situatie. Ik geef uw klacht door.
B
Ik begrijp het.
C
Mijn excuses.
D
Ik begrijp het. Ik geef het door aan de verantwoordelijke.

Slide 3 - Quiz

Wat kan je zeggen?
3
A
Hoe wilt u betalen?
B
Wat is uw naam?
C
Ik begrijp het. Ik heb uw klacht genoteerd.
D
Ik wens u een prettig verblijf!

Slide 4 - Quiz

Wat kan je zeggen?
4
A
Een klein momentje. Ik haal mijn collega.
B
Ik begrijp de situatie.
C
Ik begrijp dat dat niet aangenaam is. Ik geef het door.
D
Dat is niet aangenaam.

Slide 5 - Quiz

Je bent hotel receptionist. Reageer op de klacht.

5

Slide 6 - Open question

Je bent hotel receptionist. Reageer op de klacht.

6

Slide 7 - Open question

Je bent hotel receptionist.
Reageer op de klacht.

7

Slide 8 - Open question

Je bent hotel receptionist. Reageer op de klacht.
8

Slide 9 - Open question

Je bent hotel receptionist. Reageer op de klacht.

9

Slide 10 - Open question

Je bent hotel receptionist. Reageer op de klacht.

10

Slide 11 - Open question

Je bent hotel receptionist. Reageer op de klacht.

11

Slide 12 - Open question

Je bent hotel receptionist. Reageer op de klacht.

12

Slide 13 - Open question