B1 Les 15 - § 5.7 Grammatica (3)

Het bepalen van de kernzin van een alinea
WELKOM
timer
3:00
Ga rustig zitten, pak Talent, en je pen/potlood.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Het bepalen van de kernzin van een alinea
WELKOM
timer
3:00
Ga rustig zitten, pak Talent, en je pen/potlood.

Slide 1 - Slide

Effe testen
Schrijf een zin met minimaal 1 lw, 1 bn en 1 voorzetsel

Slide 2 - Slide

§ 5.7 Grammatica
Lesdoelen:
Woorden van de week

Slide 3 - Slide

Woorden van de week
  • medisch
  • wat te maken heeft met geneeskunde
  • (zich) opdringen
  • iemand iets geven of laten doen wat hij eigenlijk niet wil
  • de patiënt
  • de zieke

Slide 4 - Slide

Woorden van de week
  • psychisch
  • wat te maken heeft met de geest, niet-lichamelijk
  • het recept
  • 1 uitleg hoe je een gerecht moet maken; 
  • 2 briefje van de arts om medicijnen op te kunnen halen

Slide 5 - Slide

Herhalen
Een bijvoeglijk naamwoord (bn) zegt iets over een zelfstandig naamwoord. En het geeft er extra informatie over.

Voorbeelden:
De leukste docent, de vervelende klas, het nieuwe schoolgebouw, het nieuwe logo, de aankomende vakantie. 

Slide 6 - Slide

Effe oefenen
  • Verzin zelf een goed voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord met bijpassend zelfstandig naamwoord.

Slide 7 - Slide

Voorzetsels

Slide 8 - Slide

Weer effe testen (vz)
_______ de schuur
_______ de bank
_____ het bed
_____ de dekens
______ het schoolfeest

Slide 9 - Slide

Telwoord

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Maken: opdr. 9, 10 en 12 (p. 111)

Slide 11 - Slide

Exit-ticket
Een bijvoeglijk naamwoord (bn) zegt iets over een zelfstandig naamwoord en geeft er extra informatie over.
Een voorzetsel kun je altijd voor de woorden kast of vakantie zetten.
Een telwoord geeft een aantal of hoeveelheid aan. vb: vier, honderd, veel, eerste, derde, middelste, laatste.


Slide 12 - Slide