Bedrustgevaren deel 2

Bedrustgevaren 2
1 / 45
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bedrustgevaren 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe zit je erbij vandaag?
šŸ˜’šŸ™šŸ˜šŸ™‚šŸ˜ƒ

Slide 2 - Poll

This item has no instructions

Wat zijn complicaties bij langdurige bedrust ?
A
Decubitus, spieratrofie, trombose en obstipatie
B
Decubitus, verlies van hersencellen
C
Decubitus, misselijkheid
D
Decubitus, trombose en bloeddruk afname

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Vragen over:

Vorige week:
Smetten
Decubitus

Wat gaan we doen?

Deze week:
Complicaties van de spieren en gewrichten
Trombose
Long problemen
Uitscheidingsproblemen
Psychologische problemen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les
Aan het einde van de les kan de student benoemen wat er onder het volgende verstaan wordt, tgv langdurige bedrust:
  • contacturen 
  • spieratrofie
  • trombose  
  • longproblemen 
  • uitscheidingsproblemen 
  • psychologisch problemen 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Taak van een verzorgende
Bij een bedlegerige zorgvrager:
- pas je preventie toe
- observeer je de zorgvrager
- zorgbehoeften inschatten
- de juiste disciplines inschakelen
- voorlichting, advies en instructie geven


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Contractuur 
Spieratrofie 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Complicaties spieren en gewrichten
  • Spieratrofie = slinken van de spiermassa
  • Contracturen  = door rust wordt geatrofieerde spier korter. Hierbij dwingt de verkorte spier het gewricht in een bepaalde stand te gaan staan (= dwangstand van het gewricht).
    bijv. spitsvoet (= contractuur kuitspieren) 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

sleep het woord naar de juiste uitleg
dwangstand van een gewricht
dwangstand van de voet
vermindering van het spiervolume door te weinig gebruik
spieratrofie
contractuur
spitsvoet

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Trombose

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is trombose?
A
Een infectie in de longen
B
Een bloedstolsel in een bloedvat
C
Een tumor in de hersenen
D
Een ontsteking in een gewricht

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Trombose
Bloedstolsel (trombus) in bloedvat, die het vat 
afsluit
Ontstaat in de diepe vene van het been. 
Ook wel DVT = diepe veneuze trombose genoemd

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Trombose
Verschijnselen:

  • Lichte pijn of zwaar gevoel in het been
  • Roodheid en zwelling van het been
  • Verhoging van de lichaamstemperatuur
  • Strak gespannen glanzende huid

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat is een mogelijke complicatie van een trombosebeen?
A
longembolie
B
herseninfarct
C
A en B zijn beide goed
D
A en B zijn beide fout

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Pneumonie
Deze factoren bepalen het risico op het krijgen van complicaties...
  • mate van bewegen (ouderen bewegen vaak minder, kunnen niet altijd zelf van houding veranderen of zijn van anderen afhankelijk om te bewegen)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat denk je wat
pneumonie is?

Slide 19 - Mind map

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Wat zijn de twee belangrijkste oorzaken van een pneumonie bij bedrust?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

longontsteking
Bij een longontsteking (pneumonie) zijn de longblaasjes ontstoken. Oorzaken zijn...
  • bacterie of virus
  • verslikking (aspiratie)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welke klachten geeft een longontsteking?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

hoesten
benauwd
koorts
borst pijn
zweten
klachten longontsteking
malaise
vermoeid
geen honger

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

 longontsteking
klachten
Bij longontsteking wordt sputum opgegeven, geelgroen van kleur...
  • moeilijk op te hoesten (vaste hoest)
  • de kleur wordt veroorzaakt door de ontsteking
  • Let op "piepende" ademhaling
normaal

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

 longontsteking
klachten
  • slijm in de longblaasjes veroorzaken minder gaswisseling
  • er komt een zuurstoftekort in het lichaam
  • gevolg verhoogde hartslag

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

longontsteking
als bedrustcomplicatie
  • bij lang liggen adem je niet diep genoeg meer in
  • daardoor is er weinig lucht stroom, fijn voor ziekmakers als de pneumokok, influenza of het coronavirus!

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

 longontsteking
voorkomen (preventie)
Bewegen

  • je traint de ademspieren sterk te worden
  • longen moeten meer uitzetten

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

longontsteking
voorkomen (preventie)
 Houding in bed

  • in een (half)zit positie helpt de zwaartekracht mee beter te ademen

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

longontsteking
voorkomen (preventie)
Verslikken voorkomen
  • aspiratie
  • rechtop zitten om te eten of drinken
  • drinken verdikken

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

longontsteking
voorkomen (preventie)
Pijn behandelen
  • steeds hoesten gaat erg pijn doen
  • pijn komt voor in de borstkas, buik en het hoofd
  • extra alert op (operatie)wonden zijn
  • hoesten met tegendruk van een kussen
  • pijnmedicatie

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Complicaties uitscheiding
Wat betreft urineren:

Urineretentie: het onvermogen om de blaas volledig of gedeeltelijk te legen. Incontinentie: Als urineretentie te lang blijft bestaan, gaat de blaas ā€˜overlopenā€™ (overloopblaas)
Residu: De urine die na het plassen achterblijft dan in de blaas => kans op: 
urineretentie en blaasontsteking ontstaan.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Wat kan er door urineresidu ontstaan?
A
Ontsteking van de plasbuis
B
Pijn bij het plassen
C
Ontsteking van de darm
D
Blaasontsteking

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wat is obstipatie?

Slide 34 - Mind map

Andere woorden voor obstipatie zijn verstopping of constipatie. Wie last heeft van verstopping heeft moeite met ontlasting krijgen. Ieder mens heeft zijn eigen ontlastingspatroon. De een gaat drie keer per dag naar het toilet, de ander maar een paar keer per week.
Bij minder dan drie keer per week ontlasting heeft iemand last van verstopping. De ontlasting is dan vaak zo droog en hard dat deze slechts met hard persen naar buiten komt. 
Obstipatie

Harde droge ontlasting die bijna niet kan worden uitgescheiden.

Mogelijke oorzaken:

  • Weinig drinken;
  • Te weinig vezelrijke voeding;
  • Weinig bewegen;
  • Medicatie;
  • Aambeien;
  • Te lang ophouden van ontlasting.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Hoe kun je obstipatie zoveel mogelijk voorkomen?
Meerdere antwoorden mogelijk
A
Meer lichaamsbeweging
B
zorgen voor voldoende vochtopname
C
Het eten van meer vezelrijke voeding.
D
zorgvrager meer op de linkerzijde laten liggen

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Waar denk je aan bij
hospitalisatie

Slide 37 - Mind map

This item has no instructions

Mogelijke oorzaken
  • Gedwongen inactiviteit
  • Rolverdeling
  • Verlies van vrienden, bezittingen, bezigheden, persoonlijk gezicht
  • Sfeer
  • Medicatie
  • Verlies van vooruitzichten

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Verschijnselen
  • Afname van interesse voor zichzelf en anderen,
  • Passiviteit, nergens meer zin in hebben,
  • Afname van initiatief, alles goed vinden,
  • Afhankelijk gedrag en onderdanigheid nemen toe
  • Apathie,
  • Afname van belangstelling voor kleding, zelfverzorging en uiterlijk,

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Benoem een voorbeeld van hoe je met hospitalisatie kunt omgaan?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Kamer:
  • Plaats een bed tafeltje bij de zorgvrager voor zijn persoonlijke bezittingen.
  • Geef de zorgvrager een waarschuwingssein als je eraan komt.
  • Zet een prullenbak naast het bed of hang een afvalzakje aan de rand.
  • Plaats het bed zo mogelijk op het zuidoosten of zuidwesten met uitzicht naar buiten.
  • Plaats goede verlichting rondom het bed.
  • Gebruik zonnige kleuren.

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Kamer
  • Maak de kamer regelmatig schoon en laat frisse lucht binnen.
  • Breng de kamer op een aangename temperatuur van ongeveer 21 Ā°C.
  • Maak rondom het bed ruimte, voor bezoek en om de zorgvrager gemakkelijk in en uit te laten stappen.
  • Verplaats nooit persoonlijke bezittingen zonder overleg.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Hoe ga je ermee om?
  • Stimuleer de zelfzorg zo veel mogelijk.
  • Probeer te motiveren om te revalideren, leg belang uit
  • Achterhaal welke kleine dingen belangrijk zijn voor de zorgvrager en schenk hier aandacht aan.
  • Wees alert op signalen die erop duiden dat de zorgvrager weinig vertrouwen heeft in zijn eigen functioneren.
  • Als je met een zorgvrager spreekt, respecteer dan zijn behoefte aan privacy: ga niet ongevraagd op bed zitten, sluit gordijnen

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je geleerd? Zijn de lesdoelen behaald?

Slide 44 - Open question

This item has no instructions

wat kan je doen om trombose te voorkomen?
A
een kussentje onder het been leggen
B
oefeningen laten doen met de benen in bed.
C
A en B zijn allebei goed.
D
A en B helpen geen van beide

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions