Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1
This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Waar wonen mensen?
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Hoe komt het dat er in het ene gebied veel mensen wonen en in het andere gebied niet?
Slide 3 - Open question
Hoe is de wereld bevolkt?
Op dit moment wonen er ongeveer 7 miljard mensen op de wereld. 50 jaar geleden was dat nog maar de helft. De wereldbevolking groeit dus enorm snel.
Al die mensen wonen ergens, maar niet gelijk verdeeld over de wereld. Sommige gebieden zijn dichtbevolkt, terwijl andere gebieden dunbevolkt zijn.
Slide 4 - Slide
Bevolkingsdichtheid
In een dichtbevolkt gebied wonen veel mensen per vierkante kilometer. Bijvoorbeeld New York, hier wonen in het centrum meer dan 4000 mensen per vierkante kilometer. De bevolkingsdichtheid is hier dus hoog.
In een dunbevolkt gebied wonen weinig mensen per vierkante kilometer. In het binnenland van Australië woont er gemiddeld nog geen één persoon per vierkante kilometer. De bevolkingsdichtheid is hier dus laag.
Slide 5 - Slide
Het aantal mensen op de wereld is gegroeid.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
In gebieden met een hoge bevolkingsdichtheid wonen weinig mensen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Gebruik de grafiek op blz. 44 en maak opdracht 3.
Slide 8 - Slide
Gebruik de atlas. Op welke bladzijde van de atlas vind je de bevolkingsdichtheid van de aarde?
Slide 9 - Open question
In welke werelddelen is de bevolkingsdichtheid het hoogste?
Slide 10 - Open question
Wat is de bevolkingsdichtheid in Nederland?
A
200 of meer
B
100 - 200
C
50 - 100
D
10 - 50
Slide 11 - Quiz
Waardoor groeit of krimpt de bevolking in een gebied?
Het aantal mensen dat in een gebied woont, verandert door geboorte en sterfte. In bepaalde landen is het geboortecijfer hoog. Bijvoorbeeld in Nigeria, hier worden ongeveer 40 baby's per 1000 inwoners per jaar geboren. In Nederland is het geboortecijfer veel lager, ongeveer 11 per 1000 inwoners per jaar. Vergeleken met Nigeria is dat bijna 4 keer zo weinig.
Slide 12 - Slide
Sterftecijfer - Geboorteoverschot
In gebieden sterven ook mensen. Als er veel mensen per 1000 inwoners per jaar sterven, dan is het sterftecijfer hoog. Gaan er relatief weinig mensen dood, dan is het sterftecijfer laag.
In Nederland en Nigeria is een geboorteoverschot. Dat wil zeggen dat er meer baby's geboren dan er mensen sterven. Het geboortecijfer is dus hoger dan het sterftecijfer. Het gevolg is dat de bevolking groeit.
In sommige landen is een sterfteoverschot. Daar sterven meer mensen dan er worden geboren. Het bevolkingsaantal krimpt.
Slide 13 - Slide
Zoek op in de atlas. In welk werelddeel ligt Nigeria?
Slide 14 - Open question
Welke buurlanden heeft Nigeria? (alfabetische volgorde)
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Wat is het antwoord bij Nigeria?
Slide 17 - Open question
In Nigeria is een
A
geboorteoverschot
B
sterfteoverschot
Slide 18 - Quiz
Wat is het antwoord bij Nederland?
Slide 19 - Open question
In Nederland is een
A
geboorteoverschot
B
sterfteoverschot
Slide 20 - Quiz
Wat is het antwoord bij Slovenië?
Slide 21 - Open question
In Slovenië is een
A
geboorteoverschot
B
sterfteoverschot
Slide 22 - Quiz
Verhuizen in een ander gebied
Hoeveel mensen ergens wonen wordt niet alleen bepaald door sterfte en geboorte maar ook doordat mensen verhuizen naar een bepaald gebied. Dit noem je migratie.
Emigratie is als mensen naar een ander land verhuizen.
Immigratie is het tegenovergestelde, dan komen mensen een land binnen om er te wonen.
Slide 23 - Slide
Waarom verhuizen mensen uit een gebied naar een ander gebied?
Slide 24 - Open question
Verhuizen in een ander gebied
In sommige gebieden wonen mensen graag. Daar is bijvoorbeeld genoeg werk, welvaart en je kunt er prettig en veilig wonen. Zo'n gebied is een aantrekkingsgebied.
Er zijn ook gebieden waar mensen juist weg willen, bijvoorbeeld omdat er weinig werk is, tekort aan voedsel, oorlog of onveiligheid. Zo'n gebied is een afstotingsgebied.
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Saskia verhuist van Amsterdam naar Parijs om bij haar vriend te zijn
A
immigratie
B
emigratie
C
het is geen migratie
D
het is migratie binnen NL
Slide 27 - Quiz
De Amerikaan David gaat in Rotterdam op vakantie
A
immigratie
B
emigratie
C
het is geen migratie
D
het is migratie binnen NL
Slide 28 - Quiz
Lotte gaat van Breda naar Emmen verhuizen
A
immigratie
B
emigratie
C
het is geen migratie
D
het is migratie binnen NL
Slide 29 - Quiz
Izaak verhuist van Brussel naar Wageningen. Hij gaat daar op de universiteit werken
A
immigratie
B
emigratie
C
het is geen migratie
D
het is migratie binnen NL
Slide 30 - Quiz
Mehran en Bizhan zijn een homostel uit Iran. Zij vluchten naar Nederland.
A
immigratie
B
emigratie
C
het is geen migratie
D
het is migratie binnen NL
Slide 31 - Quiz
Meneer en mevrouw Somers zijn met pensioen. Zij kopen een huis in Spanje en gaan in Spanje wonen.
A
immigratie
B
emigratie
C
het is geen migratie
D
het is migratie binnen NL
Slide 32 - Quiz
Noem verschillende redenen om te migreren.
Slide 33 - Open question
Slide 34 - Slide
Geef nu antwoord op de vraag: Waarom wonen er in het ene gebied meer mensen dan in het andere gebied?
Slide 35 - Open question
En jij? Ben jij tevreden met de plaats waar je woont? Waarom wel/niet?
Slide 36 - Open question
Wat moet je kennen en kunnen?
Hoe is de wereld bevolkt?
Welke invloed hebben geboorte en sterfte op het aantal mensen in een gebied?
Waarom verhuizen mensen van het ene gebied naar het andere?
Slide 37 - Slide
Begrippen taak 7
aantrekkingsgebied
afstotingsgebied
bevolkingsdichtheid
emigratie
geboortecijfer
geboorteoverschot
immigratie
migratie
sterftecijfer
sterfteoverschot
Slide 38 - Slide
Opdracht
Maak een woordweb.
Je krijgt een woord van Marijke. Dit woord ga je gebruiken om een woordweb te maken. Je schrijft woorden die te maken hebben met het woord en je zoekt plaatjes erbij. Dit lever je in en daar krijg je een punt voor.