leesvaardig h1 t/m h6 NN mavo 3

leesvaardig h1 t/m h6 NN mavo 3
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

leesvaardig h1 t/m h6 NN mavo 3

Slide 1 - Slide

SE2 leesvaardig
h1 hoofdgedachte en hoofdzaken
h2 tekstdoelen en publiek
h3 en h4 tekstverbanden en signaalwoorden (leren! zie Classroom)
h5 mening, argument en conclusie
h6 lay-out van een tekst

Slide 2 - Slide

Wat betekent 'citeren'?
A
letterlijk overnemen
B
kort samenvatten
C
in eigen woorden zeggen

Slide 3 - Quiz

Wat betekent "de hoofdgedachte van de tekst"?
A
waar de tekst over gaat
B
het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd

Slide 4 - Quiz

Wat is "een tussenkopje"?
A
de titel van de tekst
B
een ander woord voor 'alinea'
C
de titel van een alinea of alinea's

Slide 5 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met 'de schrijver deed een uitspraak'?
A
de schrijver gaf zijn standpunt
B
de schrijver gaf een antwoord
C
de schrijver gaf een argument

Slide 6 - Quiz

Op welke plaats in de tekst vind je de 'hoofdgedachte'?
A
in de inleiding
B
in het middenstuk
C
in het slot
D
in de inleiding en/of het slot

Slide 7 - Quiz

Zet de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.
Tekstdoel Informeren
Tekstdoel Overtuigen
Tekstdoel Amuseren
Tekstdoel activeren
Tekstdoel instrueren
Een nieuwsbericht over een gestrande trein
Recensie over eenfilm

Een mop in een tijdschrift
Een oproep op een website om te gaan protesteren. 
Artikel op een website warin iemand zijn mening geeft over een vuurwerkverbod.
Spelhandleiding hoe je 'Yahtzee' moet spelen.

Slide 8 - Drag question

je vermaken
je raad geven
uitleggen hoe je iets moet doen
dat je iets gaat doen
dat je iets niet doet
dat je dezelfde mening krijgt als hij heeft
dat je iets te weten komt

informeren
overtuigen
waarschuwen
tot handelen aanzetten (activeren)
instruereren
adviseren
amuseren

Slide 9 - Drag question

Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'als gevolg van' aan?
A
doel - middel
B
oorzaak - gevolg
C
een voorwaarde
D
opsommend

Slide 10 - Quiz

Welk tekstverband geeft het signaalwoord "als ... dan" aan?
A
oorzaak - gevolg
B
doel - middel
C
voorwaarde
D
redengevend

Slide 11 - Quiz

Sleep de signaalwoorden naar de bijbehorende tekstverbanden.
Let op: leer de tekstverbanden goed 
opsommend
tegenstellend
chronologie (tijdsvolgorde)
oorzaak-gevolg
toelichtend / voorbeeld
redengevend
voorwaardelijk
tevens
maar
daardoor
denk aan
tenzij
daarom
omdat
als ... dan
daarentegen
daarnaast
onder andere
het gevolg is dat

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Link

Tijdens de toets mag ik belangrijke zinnen / zinsgedeelten markeren op de toets zelf.
A
Nee zeg, ben je mal?!
B
Jazeker, alleen met een roze markeerstift.
C
Dat moet zelfs!
D
Dat zou ik zeker doen?

Slide 14 - Quiz

Ik heb er vertrouwen in dat ik de toets leesvaardig goed ga maken!
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll