Week 21

Week 21
1 / 46
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Week 21

Slide 1 - Slide

This item has no instructions



Good to see you all!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

   This lesson:
        1.  Listening: ex. 38, 39 (p. 128)
        2. Grammar: past simple.
        3. Rappers wanted!
        4. Practise past simple.
        5. Reading: Skyjack!
        6. Work to do!
       
           

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De Past Simple 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je de past simple verb tense begrijpen en toepassen in bevestigende zinnen, zowel met regular (regelmatige) als irregular (onregelmatige) verbs.

Slide 6 - Slide

Benadruk het belang van het begrijpen van de past simple verb tense en geef aan welke vaardigheden de leerlingen moeten beheersen.
Wat is de Past Simple Verb Tense?
De Past Simple Verb Tense wordt gebruikt om te praten over een actie die in het verleden heeft plaatsgevonden en is afgerond.

She talked to the teacher yesterday.

Slide 7 - Slide

Leg kort uit wat de Past Simple Verb Tense is en waarom dit belangrijk is om te leren. Geef voorbeelden van zinnen in de past simple.
Past Simple
PAST SIMPLE
yesterday
in... jaartal)
the other day / week
earlier
ago
last

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Regular Verbs (regelmatige werkwoorden)

Regular verbs volgen een vast patroon in de past simple. Het werkwoord krijgt de uitgang -ed.




Slide 9 - Slide

Geef voorbeelden van regular verbs en hoe deze veranderen in de past simple. Laat de leerlingen oefenen met het vervoegen van regular verbs.
Kleine uitzonderingen
Werkwoorden die eindigen op -e, krijgen alleen -d erachter:

- to bake: We baked a delicious cake yesterday.

Werkwoorden die kort zijn en eindigen in een klinker en medeklinker, schrijf je met een extra laatste medeklinker voor -ed:

- to swap: They swapped their Ipods to listen to each others music.

Slide 10 - Slide

Geef voorbeelden van uitzonderingen op de regels voor regular en irregular verbs. Bespreek waarom deze uitzonderingen belangrijk zijn om te weten.
Kleine uitzonderingen
Werkwoorden die eindigen op -y, met een medeklinker ervoor, krijgen -ied:

- to marry: She married him when she was 18 years old.

Werkwoorden die eindigen op -y, met een klinker ervoor, krijgen volgens de regel -ed:

- to play: They played together last week. 

Slide 11 - Slide

Geef voorbeelden van uitzonderingen op de regels voor regular en irregular verbs. Bespreek waarom deze uitzonderingen belangrijk zijn om te weten.
Are you still paying attention?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Irregular Verbs (onregelmatige werkwoorden)
Irregular verbs hebben geen vast patroon in de past simple. Deze moeten uit het hoofd geleerd worden.

Kijk maar eens op pagina 203 & 204. Dan zie je hoeveel onregelmatige werkwoorden er zijn. 

Slide 13 - Slide

Geef voorbeelden van irregular verbs en hoe deze veranderen in de past simple. Laat de leerlingen oefenen met het vervoegen van irregular verbs.
Irregular Verbs (onregelmatige werkwoorden)
De volgende irregular verbs moet je op de toets kunnen vervoegen naar de past simple:

zijn, worden / kopen / komen / geven / gaan / hebben / weten / zitten / spreken / nemen. 

Slide 14 - Slide

Geef voorbeelden van irregular verbs en hoe deze veranderen in de past simple. Laat de leerlingen oefenen met het vervoegen van irregular verbs.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Bevestigende Zinnen
In bevestigende (normale) zinnen staat de past simple van het werkwoord tussen het onderwerp en de rest van de zin.

I laughed at his jokes.

Er is maar 1 werkwoord in de zin en die staat in de past simple.

Slide 17 - Slide

Geef voorbeelden van bevestigende zinnen in de past simple. Laat de leerlingen oefenen met het maken van bevestigende zinnen.
Practice the verbs
Vervoeg de volgende regular en irregular verbs.

Slide 18 - Slide

Laat de leerlingen de oefening maken en bespreek daarna de antwoorden.
Past Simple 
Vervoeg de 'regular' en 'irregular verbs' naar de past simple.

1. We ............. (decide) to change our car.
2. The boys ......... (to be) very proud after winning the match
3. My sister ........ (study) French last year.
4. My uncle .......... (stop) for a red light yesterday.
5. I .......... (play) tennis before I ......... (go) to my sister

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Les 2

Slide 20 - Slide

This item has no instructions



Good to see you all!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

   This lesson:
        1.  Let's activate your little grey cells! 
             Spot the three differences!
        2. Grammar: past simple + practise!
        3. Watch Newsround + make notes!
        4. Blooket! 
        5. Work to do!
       
           

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

timer
0:50

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

De Past Simple 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je de past simple verb tense begrijpen en toepassen in bevestigende zinnen, zowel met regular (regelmatige) als irregular (onregelmatige) verbs.

Slide 26 - Slide

Benadruk het belang van het begrijpen van de past simple verb tense en geef aan welke vaardigheden de leerlingen moeten beheersen.
Wat is de Past Simple Verb Tense?
De Past Simple Verb Tense wordt gebruikt om te praten over een actie die in het verleden heeft plaatsgevonden en is afgerond.

She talked to the teacher yesterday.

Slide 27 - Slide

Leg kort uit wat de Past Simple Verb Tense is en waarom dit belangrijk is om te leren. Geef voorbeelden van zinnen in de past simple.
Past Simple
PAST SIMPLE
yesterday
in... jaartal)
the other day / week
earlier
ago
last

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Regular Verbs (regelmatige werkwoorden)

Regular verbs volgen een vast patroon in de past simple. Het werkwoord krijgt de uitgang -ed.




Slide 29 - Slide

Geef voorbeelden van regular verbs en hoe deze veranderen in de past simple. Laat de leerlingen oefenen met het vervoegen van regular verbs.
Kleine uitzonderingen
Werkwoorden die eindigen op -e, krijgen alleen -d erachter:

- to bake: We baked a delicious cake yesterday.

Werkwoorden die kort zijn en eindigen in een klinker en medeklinker, schrijf je met een extra laatste medeklinker voor -ed:

- to swap: They swapped their Ipods to listen to each others music.

Slide 30 - Slide

Geef voorbeelden van uitzonderingen op de regels voor regular en irregular verbs. Bespreek waarom deze uitzonderingen belangrijk zijn om te weten.
Kleine uitzonderingen
Werkwoorden die eindigen op -y, met een medeklinker ervoor, krijgen -ied:

- to marry: She married him when she was 18 years old.

Werkwoorden die eindigen op -y, met een klinker ervoor, krijgen volgens de regel -ed:

- to play: They played together last week. 

Slide 31 - Slide

Geef voorbeelden van uitzonderingen op de regels voor regular en irregular verbs. Bespreek waarom deze uitzonderingen belangrijk zijn om te weten.
Irregular Verbs (onregelmatige werkwoorden)
Irregular verbs hebben geen vast patroon in de past simple. Deze moeten uit het hoofd geleerd worden.

Kijk maar eens op pagina 203 & 204. Dan zie je hoeveel onregelmatige werkwoorden er zijn. 

Slide 32 - Slide

Geef voorbeelden van irregular verbs en hoe deze veranderen in de past simple. Laat de leerlingen oefenen met het vervoegen van irregular verbs.
Irregular Verbs (onregelmatige werkwoorden)
De volgende irregular verbs moet je op de toets kunnen vervoegen naar de past simple:

zijn, worden / kopen / komen / geven / gaan / hebben / weten / zitten / spreken / nemen. 

Slide 33 - Slide

Geef voorbeelden van irregular verbs en hoe deze veranderen in de past simple. Laat de leerlingen oefenen met het vervoegen van irregular verbs.
Schrijf de Past Simple versie van het werkwoord op: kopen

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Schrijf de Past Simple versie van het werkwoord op: gaan

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Schrijf de Past Simple versie van het werkwoord op: play

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Schrijf de Past Simple versie van het werkwoord op: eten

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Schrijf de Past Simple versie van het werkwoord op: hebben

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Schrijf de Past Simple versie van het werkwoord op: zitten

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Samenvatting
De Past Simple wordt gebruikt om te praten over een actie die in het verleden heeft plaatsgevonden en is afgerond. 
Regular verbs (regelmatige werkwoorden) volgen een vast patroon in de past simple, terwijl irregular verbs geen vast patroon hebben.

Slide 40 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en geef aan wat de leerlingen nu moeten kunnen.
Past Simple - Signal words: (WALDY)
In Dutch signal words are called 'signaal woorden'  
These words help you to see if something happened in the past
  • W:  when
  • A:   ago
  • L:   last
  • D:  days and dates
  • Y:   years 

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Past Simple - Signal words: (WALDY)

  • W: when                        When I was 24, I lived in Canada.
  • A: Ago                             I went to Greece two years ago.
  • L: last                              Last week I ate pizza for dinner.
  • D: days and dates     I called the dentist on Monday.
  • Y: years                           In 2016 I worked in London. 

Slide 42 - Slide

went and ate: are these regular verbs?

- No. Because they don't have an -ed, -ied ending.
Past simple
  • Wat is de Past Simple?

  • Wanneer gebruik je de Past Simple?

  • Hoe maak je de Past Simple? 

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Past simple regular verbs
Regelmatige werkwoorden krijgen in de past simple -ed erachter. 
Let wel op de spellingsregels:
Hele ww
Regel
Voorbeeld
to walk
+ -ed
I walked
to carry
y > ie
you carried
to step
Kort, 1 klinker = Medeklinker x2
she stepped
to live
+ -d
they lived

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

   Homework: Tuesday May 20th.
      Do: ex. 38 + 39abc (p. 80)
      Study: 
      - vocab F (p. 97) 
      - stone 14  (p. 98) 
      - grammar 14 & 15 (p. 75/76)       -     
    
   

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Link

This item has no instructions