3a2 Woordenschat H5

Woordenschat - Stijlfouten en spreekwoorden en uitdrukkingen
Herhaling  H1, H2 en H4 en uitleg H5
3 vwo
Nieuw Nederlands
blz. 126 - 129
blz. 160 - 163
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Woordenschat - Stijlfouten en spreekwoorden en uitdrukkingen
Herhaling  H1, H2 en H4 en uitleg H5
3 vwo
Nieuw Nederlands
blz. 126 - 129
blz. 160 - 163

Slide 1 - Slide

Lesopbouw
- Herhaling H1, H2 en H4
- Leesmomentje
- Woordenschat H5: zelfstandig theorie bestuderen
- Woordenschat H5: theorie bespreken
- Woordenschat H5: klassikaal de startopdracht bespreken
- Woordenschat H5: opdracht 1, opdracht 2, opdracht 3 en opdracht 8 maken. 

Slide 2 - Slide

H4 Woordenschat
Wie heeft de opdrachten niet online gemaakt? 
Zijn er nog vragen over de opdrachten?
Wat ging goed?
Wat vond je nog moeilijk? 

Slide 3 - Slide

Herhaling H1, H2 en H4
Stijlfiguren en stijlfouten

Slide 4 - Slide

Wat betekent repetitio?

Slide 5 - Open question

Wat betekent drieslag?

Slide 6 - Open question

Geef een voorbeeld van een hyperbool.

Slide 7 - Open question

Wat is een contaminatie?

Slide 8 - Open question

De directeur heeft een leuk salarisje.
Noem de naam van het stijlfiguur dat in de bovenstaande zin wordt gebruikt.

Slide 9 - Open question

Ze hebben behoefte aan rust, duidelijkheid en uitleg.
Noem de naam van het stijlfiguur dat in de bovenstaande zin wordt gebruikt.

Slide 10 - Open question

Het team won het Brabants kampioenschap, het Nederlands kampioenschap en Europees kampioenschap.
Noem de naam van het stijlfiguur dat in de bovenstaande zin wordt gebruikt.

Slide 11 - Open question

Geef een voorbeeld van een eufemisme.

Slide 12 - Open question

Vandaag vond Peter het eten niet echt lekker.
Noem de naam van het stijlfiguur dat in de bovenstaande zin wordt gebruikt.

Slide 13 - Open question

Wat is een pleonasme?

Slide 14 - Open question

Lezen
Ga tien minuten in je leesboek lezen.


timer
10:00

Slide 15 - Slide

Woordenschat H5: leerdoelen
  • Ik kan uitleggen wat een uitdrukking en een spreekwoord is. 
  • Ik kan het verschil tussen een uitdrukking en een spreekwoord uitleggen. 
  • Ik kan de betekenis van spreekwoorden/uitdrukkingen geven. 
  • Ik kan spreekwoorden/uitdrukkingen aanvullen.
  • Ik kan bij een omschrijving een passend spreekwoord of een passende uitdrukking geven. 
  • Ik kan een spreekwoord/uitdrukking vervangen door een spreekwoord/uitdrukking met (ongeveer) dezelfde betekenis.
  • Ik kan aan de hand van een plaatje een uitdrukking geven waarin een lichaamsdeel voorkomt.

Slide 16 - Slide

H5 Woordenschat: spreekwoorden en uitdrukkingen
Wat is het verschil tussen een spreekwoord en een uitdrukking?
Bestudeer de theorie en probeer een antwoord te formuleren bij de bovenstaande vraag. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Startopdracht
Blz. 160 in je boek. 
We gaan samen de startopdracht bespreken.

Slide 19 - Slide

Aan de slag! H5 - Woordenschat
  1. Als het nodig is, bestudeer je nogmaals de theorie.
  2. Als je de theorie goed begrijpt, maak je opdracht 1, opdracht 2, opdracht 3 en opdracht 8. 
Klaar?
Ga lezen in je leesboek of leer voor de toets van volgende week. 

Slide 20 - Slide