3.1 Het absolutisme

1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Hoe zag de samenleving er in Frankrijk uit aan het begin van de 16de eeuw en aan het einde van de 17de eeuw?

- Je kunt het begrip absolutisme omschrijven.

- Je kunt het begrip standenmaatschappij omschrijven.





Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Frankrijk
De Republiek
Heilige Roomse Rijk

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is dat nou?
Absolutisme ?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions


L'État, c'est Moi

  • De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme

  • Lodewijk XIV was een Franse koning met asolute macht. 
  • Deze macht is door god gegeven: droit divin (goddelijk recht)

  • Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...

Slide 5 - Slide

Handig, als God dit bepaald heeft, dat is het zo!

De Zonnekoning

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Standenmaatschappij

  • Sinds de middeleeuwen was de Franse samenleving verdeeld in 3 standen

  • Over deze verdeling kon niet worden getwijfeld: God had dit zo bepaald.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De 1e stand
  • De geestelijkheid
    bijvoorbeeld bisschoppen en Kardinalen

  •  De hoge geestelijken woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).

  • De geestelijken bezaten veel grond: het waren grootgrondbezitters

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De 2e stand

  • De edelen: de mensen van adel. 

Bestuurders: Land verdedigen

  • De koning vertrouwde hen niet: daarom mochten (moesten!) ze bij hem in de buurt wonen. Zo kon hij ze in de gaten houden.



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

De 3e stand
  • De boeren en de burgers. Eigenlijk iedereen die niet bij de 1e of 2e stand hoorde.

  • De 3e stand had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.



Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Driestappeninterview
1. In de Monarchieën waren er geen problemen.
2. Onze koning zou ook een absolute koning moeten worden.
3. Lodewijk XIV uitte zijn absolute macht niet.
4. De absolute vorsten hadden geen belang bij de welvaart van hun land.
5. De samenleving veranderde toen er een absolute vorst aan de macht kwam.
5. Het goddelijke recht maakte elke leider onaantastbaar.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk:
Elk groepje maakt een presentatie waar ze duidelijk uitleggen waarom ze het wel of niet eens zijn met de stelling.
Wanneer? de eerstvolgende les.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Absolutisme
Waar hebben we het de vorige les over gehad?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent absolutisme?
A
hervormer
B
goddelijke heer
C
alleenheerschappij
D
goddelijk recht

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welke uitspraak past bij het absolutisme?
A
Samen zullen wij overwinnen.
B
De staat, dat ben ik.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welke koning stond bekend als 'de zonnekoning?
A
Lodewijk XIV
B
Lodewijk XVI
C
Karel II
D
Lodewijk XIII

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Het absolutisme werkte door op verschillende terreinen. Waar hoort elk terrein bij? Sleep ze naar de juiste uitwerking van het absolutisme.
Droit divin
De koning maakt alle beslissingen.
Mercantilisme
Opbouw van een permanent leger
Politiek
Militair
Economisch
Cultureel

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Tijd voor de Presentaties

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Nabeschouwing
1. Wat heb je geleerd?

2. Hoe vonden jullie deze werkvorm?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 22 - Open question

This item has no instructions