Di 19 maart 't Kofschip en spelling bijv. naamwoord

't ex-Kofschip
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

't ex-Kofschip

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

't kofschip

Slide 4 - Slide

t ex kofschip

Slide 5 - Slide

't kofschip

Slide 6 - Slide

Vrijdag hebben we gebasketbal.

't -x kofschip
A
t
B
d

Slide 7 - Quiz

't kofschip-x
Zij heeft om geld gevraag.
A
t
B
d

Slide 8 - Quiz

Bij het voltooid deelwoord gebruik je...
A
stam +t
B
t ex - kofschip

Slide 9 - Quiz

't -x kofschip

Zij is naar Amsterdam gefiets.
A
d
B
t

Slide 10 - Quiz

Welke letter doet NIET mee aan 't kofschip?
A
t
B
f
C
i
D
d

Slide 11 - Quiz

De dokter heeft de wond op mijn been gehech.
't x- kofschip
A
t
B
d

Slide 12 - Quiz

Twijfel je? Zit de letter in 't ex-kofschip?
Nee is een ....
A
D
B
T

Slide 13 - Quiz

't kofschip-x
Hij heeft in de bergen gewandel.
A
t
B
d

Slide 14 - Quiz

't kofschip-x
Hij heeft de tv daar neergeze.
A
t
B
d

Slide 15 - Quiz

Wanneer gebruik je 't Kofschip-x?
Wanneer gebruik je 't Kofschip-x?
A
Bij de tegenwoordige tijd
B
Bij alle persoonsvormen.
C
Bij de verleden tijd
D
Bij elk werkwoord

Slide 16 - Quiz

Je gebruikt 't kofschip bij:
A
Sterke werkwoorden
B
Zwakke werkwoorden

Slide 17 - Quiz

Alleen bij de persoonsvorm in de v.t. gebruik je 't ex kofschip
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz


´t kofschip (2)
Hij heeft in zijn leven veel ...


A
gereist
B
gereisd
C
gerijst
D
gerijsd

Slide 19 - Quiz

Huiswerk voor ma 25 maart
Maken opdracht 1 t/m 4 Spelling blok 4



Leren spelling van de werkwoorden in de verleden tijd.
Denk aan het 't Kofschip
Leren de spelling van het bijvoeglijk naamwoord.






Slide 20 - Slide