OEFENTOETS CORPORATE INFORMATIE

Wat is een geschikte aanhef bij een zakelijke e-mail?
A
Beste heer Vermeer
B
Geachte heer Vermeer
C
Dag Jan
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
Corporate informatieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat is een geschikte aanhef bij een zakelijke e-mail?
A
Beste heer Vermeer
B
Geachte heer Vermeer
C
Dag Jan

Slide 1 - Quiz

Wat is belangrijk bij het maken van een folder?
A
Veel informatie en tekst
B
Alleen maar afbeeldingen
C
Kort, bondig en overzichtelijk weergeven van informatie
D
Persoonlijke gegevens van de contactpersoon vermelden

Slide 2 - Quiz

Wat is het belangrijkste en eerste doel van promotiemiddelen?
A
Naamsbekendheid vergroten en imago verbeteren/behouden
B
Klanten overtuigen iets te kopen
C
Klanten informeren over jouw bedrijf
D
Klanten amuseren

Slide 3 - Quiz

Wat is er altijd op een promotiemiddel te vinden?
A
Het logo van het bedrijf
B
De adresgegevens van het bedrijf
C
de directeur/directrice

Slide 4 - Quiz

Wat is geen promotiemiddel?
A
Een pen met het logo van het bedrijf
B
Telefoon voor de medewerkers
C
Kerstgeschenk aan klanten
D
Mondkapje in de kleuren van het bedrijf

Slide 5 - Quiz

Waarom zet je 'noot voor de redactie' onder een persbericht?
A
Zodat de journalist weet dat daaronder informatie komt die niet voor publicatie is
B
Daar zet je nog wat extra informatie neer over het product
C
Enige doel is, dat het duidelijk is
D
Zodat de lezers weten vanuit welk bedrijf het persbericht afkomstig is

Slide 6 - Quiz

Welke informatie zet je in de lead van een persbericht?
A
Je beantwoordt verhalend de w-vragen
B
Je geeft alleen aan waarom je dit persbericht schrijft
C
Je geeft informatie over het bedrijf

Slide 7 - Quiz

Persbericht
Welke zin is in de derde persoon geschreven?
A
Wij zijn erg blij met het eindresultaat
B
ROC van Twente is blij met het eindresultaat
C
Ik ben blij met het eindresultaat
D
Onze studenten zijn blij met het eindresultaat

Slide 8 - Quiz

Redigeren
Waar let je op als je ook de huisstijl moet redigeren?
A
De tekst
B
Het lettertype
C
De taalfouten

Slide 9 - Quiz

Bij redigeren van een tekst
A
Herschrijf je de hele tekst
B
Verbeter je de taalkundige fouten uit een tekst
C
Geef je alleen aan welke fouten er gemaakt zijn

Slide 10 - Quiz

Hoe sluit je een telefoongesprek op de juiste manier af?
A
Doeg
B
Daag
C
Doei
D
Tjow

Slide 11 - Quiz

Hoe neem je op de juiste manier de telefoon op?
A
Goedemorgen/goedemiddag, naam bedrijf, jouw naam
B
Jouw naam
C
Naam bedrijf, jouw naam
D
Goedemorgen/goedemiddag, naam bedrijf, jouw naam + waarmee kan ik u helpen?

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze van de tijden bij het maken van een programma?
A
10.30 uur
B
10:30 uur
C
10.30 h

Slide 13 - Quiz