Oefentoets 3

Oefentoets 3
Maak de oefentoets en noteer de moeilijke woorden die je tegenkomt. Heel veel succes! 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Voortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Oefentoets 3
Maak de oefentoets en noteer de moeilijke woorden die je tegenkomt. Heel veel succes! 

Slide 1 - Slide

Er zijn meerdere reinigingsniveaus. Zo is de operatiekamer van een ziekenhuis...
A
Ruwschoon
B
Huishoudelijk schoon
C
Zakelijk schoon
D
Smetschoon

Slide 2 - Quiz

Wat wordt betekent met een tekst cursief maken?
A
Tekst vet gedrukt maken
B
Tekst schuin maken
C
Tekst een andere kleur maken
D
Tekst onderstrepen

Slide 3 - Quiz

Wat gebruik je bij droog schoonmaken?
A
stoffen, stofzuigen, vegen
B
schrobben
C
Dweilen, moppen
D
ramen zemen

Slide 4 - Quiz

Dit is een......
A
Zeem
B
Trekker
C
Mop
D
Schrobber

Slide 5 - Quiz

Hiernaast zien we het gevarensymbool van...
A
Bijtend (corrosief)
B
Giftig
C
Explosief
D
Milieu gevaarlijk

Slide 6 - Quiz

Hiernaast zien we het gevarensymbool van...
A
Giftig
B
Bijtend (corrosief)
C
Explosief
D
Licht ontvlambaar

Slide 7 - Quiz

Wat is de betekenis van dit gevarensymbool?
A
Explosief
B
Schadelijk
C
Toxisch (giftig)
D
Milieu gevaarlijk

Slide 8 - Quiz

Hiernaast zien we het gevarensymbool van...
A
Bijtend (corrosief)
B
Giftig
C
Milieu gevaarlijk
D
Irriterend

Slide 9 - Quiz

Wat is ergonomisch werken?

Slide 10 - Open question

Welke 3 micro-organismen zijn er?

Slide 11 - Open question

Wat is dagelijks onderhoud sanitair?
A
Badkamer
B
Woonkamer
C
Vloer
D
Toilet

Slide 12 - Quiz

Kinderopvang is van 4 t/m 16 jaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je een medewerker in de kinderopvang?
A
Juf
B
Pedagogisch medewerker
C
Docent
D
Begeleider

Slide 14 - Quiz

Steunkousen aandoen valt onder
A
thuiszorg
B
ambulante zorg

Slide 15 - Quiz

Om welke soort zorg gaat het hier?
A
Thuiszorg
B
Bejaardenzorg
C
Kinderzorg
D
Gehandicaptenzorg

Slide 16 - Quiz