2024-04-10 Workshop Luisteren: Dictoglos B2

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Workshop luisteren: Dictoglos

B2

16 april 2024

Doelen van de workshop

• Ik kan luisteren naar een tekst en de tekst  reproduceren (namaken) in eigen woorden.
• Ik werk samen met andere cursisten om een goede tekst te schrijven. 
• Ik gebruik een goede woordvolgorde in de zinnen die ik schrijf.

Voorkennis

Je gaat luisteren naar een tekst. 

De titel van de tekst is Lekker niksen.

Waar gaat de tekst volgens jou over? 

Overleg met een medecursist. 

5 minuten.

Woordenschat

Wat betekenen de volgende woorden? Overleg met je medecursist:

• niksen
• oppikken
• onderuitgaan
• afdwalen
• hameren op
• ontzien

10 minuten

Woordenschat

Wat betekenen de volgende woorden? Overleg met je medecursist:

• niksen                            een informeel woord voor "niksdoen"
• oppikken                      (aan)leren
• onderuitgaan             vallen
• afdwalen                      denken aan iets anders
• hameren op                steeds opnieuw zeggen
• ontzien                          het gemakkelijk maken

10 minuten

De tekst

• De docent leest nu de hele tekst voor. 
• Je luistert naar de tekst en je maakt geen aantekeningen.

De tekst

• De docent leest nu de eerste alinea één keer voor.
• Je luistert naar de tekst en je maakt geen aantekeningen.

Uitvoering - De tekst

• De docent leest de alinea nu voor de tweede keer voor. 
• Je maakt aantekeningen tijdens het luisteren. 

De tekst

• De docent leest nu de tweede alinea één keer voor. 
• Je luistert naar de tekst en je maakt geen aantekeningen.

Uitvoering - De tekst

• De docent leest de alinea nu voor de tweede keer voor. 
• Je maakt aantekeningen tijdens het luisteren. 

De tekst

• De docent leest nu de derde alinea één keer voor. 
• Je luistert naar de tekst en je maakt geen aantekeningen.

Uitvoering - De tekst

• De docent leest de alinea nu voor de tweede keer voor.
• Je maakt aantekeningen tijdens het luisteren. 

De tekst

• De docent leest nu de vierde alinea één keer voor. 
• Je luistert naar de tekst en je maakt geen aantekeningen.

Uitvoering - De tekst

• De docent leest de alinea nu voor de tweede keer voor.
• Je maakt aantekeningen tijdens het luisteren. 

De tekst bespreken

Je bespreekt jouw tekst/aantekeningen in een groepje.

Hebben jullie dezelfde informatie?

Kunnen jullie informatie van elkaar gebruiken?

10 min.

De tekst opschrijven

Schrijf de tekst met de aantekeningen die jullie hebben gemaakt. 

De tekst hoeft niet precies hetzelfde te zijn, maar de inhoud moet wel kloppen. 

Schrijf goede zinnen (grammatica en spelling).

15 min.

De originele tekst

De docent laat nu de originele tekst zien. 

Lees de originele tekst en de tekst die jullie hebben geschreven.

Is de inhoud van jullie tekst (ongeveer) hetzelfde als de originele tekst?

10 min. 

De tekst nabespreken

De groepjes gaan de tekst voorlezen aan de rest van de cursisten.

Kloppen de teksten met het echte verhaal?

De tekst

Lees de tekst nog een keer.

Zet een streep onder de woorden die je niet kent.

Zoek de betekenis van de woorden op.

Welke woorden wil je onthouden?

Schrijf zelf een zin met deze woorden.

Laat je zinnen controleren door een docent. 

Terugkijken

• Hoe heb je je goed kunnen concentreren op de tekst?
• Hoe heb je aantekeningen gemaakt bij het verhaal?
• Hoe is het schrijven van de tekst gegaan? Heb je een goede woordvolgorde in de zin gebruikt?