Les 2 Q1

Les 2 Q1
1 / 24
next
Slide 1: Slide
MentorlesMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 47 min

Items in this lesson

Les 2 Q1

Slide 1 - Slide

Hoe zit jij erbij?

Slide 2 - Slide

Inhoud:
- Terugblik


- Verdachte (wordt genoemd in casus 1?)

- Verkeerswetgeving (casus 2)

Slide 3 - Slide

Terugblik:
Hoe gaat het met de opdracht recht/staatsrecht? Leervragen?

DAA? Voldoende behandeld?

IGP? Wie legt mij uit wat daarmee bedoeld wordt?

Slide 4 - Slide

Terugblik:
Art.3 Politiewet -> Taak van de politie 

 Art.8 Politiewet -> ID verplichting 


Art. 8 Politiewet geeft je een bevoegdheid, waar staat het strafbare feit dan? 

Lees Art. 2 van de Wet op de identificatieplicht
Lees Art. 447E van het Wetboek van Strafrecht.
(Vertel straks in eigen woorden wat er in staat, denk eraan......           )

Slide 5 - Slide

Art. 2 Wet Identificatieplicht:
Een ieder die de leeftijd van veertien jaar heeft bereikt, is verplicht op de eerste vordering van een ambtenaar als bedoeld in artikel 8 van de Politiewet 2012 of artikel 6a van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten, een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 ter inzage aan te bieden. Deze verplichting geldt ook indien de vordering wordt gedaan door een toezichthouder.

Art. 447E Wetboek van Strafrecht:
Hij die niet voldoet aan de verplichting om een identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden of medewerking te verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken, hem opgelegd krachtens de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht, de Overleveringswet, de Uitleveringswet, de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen, de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg of de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten, wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie.

Slide 6 - Slide

Vorderen ID bewijs:
Wie een ID bewijs op zak moet hebben in NL staat in Artikel 2 Wet Identificatieplicht. (Betrokkene)

Politie mag vordering doen: -> staat in artikel 8 Politiewet. (Betrokkene)

Als je niet aan de vordering voldoet ben je strafbaar -> 447E Wetboek van Strafrecht. (Betrokkene wordt verdachte)

Slide 7 - Slide

Leerdoelen nieuwe les:
Verdachte:
- Je weet wanneer iemand wel of geen verdachte is
- Je kunt dit toepassen
- Je weet waarom dit belangrijk is.
Wegenverkeerswet:
- Je begrijpt dat de wegenverkeerswet een raamwet is
- Je weet wat dat is, een raamwet
- Je weet wat er allemaal in het RVV staat.

Slide 8 - Slide

Verdachte:

Slide 9 - Slide

Wanneer ben je verdachte?

Slide 10 - Mind map

Waarom is het belangrijk om iemand als verdachte aan te kunnen merken?

Slide 11 - Mind map

Een verdachte heeft rechten, jij moet die altijd mededelen!

Alleen tegen een verdachte kun je opsporingsbevoegdheden toepassen!!

Slide 12 - Slide

Wel of geen verdachte:
Melding van zojuist gepleegde mishandeling door man met rode traingingsbroek. Je ziet een man lopen met een rode trainingsbroek aan de andere kant van Eindhoven.

Slide 13 - Open question

Wel of geen verdachte:
Vrouw doet melding van een diefstal. De diefstal is gepleegd door een man met een tatoeage onder zijn linkeroog. Je ziet een man lopen op 50 meter afstand van de plek waar het is gebeurd. De man heeft een tatoeage onder zijn linkeroog.

Slide 14 - Open question

Wel of geen verdachte:
Je surveilleert door de winkelstraat en hoort glasgerinkel. Je rent er op af en ziet een auto staan met een vernielde ruit. Je kijkt de straat in en ziet op ongeveer 20 meter een man heel hard wegrennen. De man heeft een schoudertas in handen.

Slide 15 - Open question

Wel of geen verdachte:
Je krijgt de melding dat een man door een straat loopt en bij veel huizen even naar de woning loopt en de woning inkijkt. Het is 20.00 uur.

Slide 16 - Open question

Verdachte:
Art.27 Strafvordering:

1  Als verdachte wordt vóórdat de vervolging is aangevangen, aangemerkt degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit.

Daarna wordt als verdachte aangemerkt degene tegen wie de vervolging is gericht.
 

Slide 17 - Slide

Verdachte:
Art.27 Strafvordering:

1  Als verdachte wordt vóórdat de vervolging is aangevangen, aangemerkt degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit.

Daarna wordt als verdachte aangemerkt degene tegen wie de vervolging is gericht.
 

Slide 18 - Slide

Casus 2:
We lopen hem samen door
Open It's learning

Slide 19 - Slide

Casus 2
Ter plaatse
Leeractiviteit 1
Introductie verkeerswetgeving
Samen doorlezen

Slide 20 - Slide

De Wegenverkeerswet geeft dus algemene regels, overtredingen, misdrijven en bevoegdheden. Veel van de algemene regels worden gedetailleerder uitgewerkt in lagere regelingen. Een raamwet geeft dus de kaders waarbinnen lagere regelingen zaken verder regelen.

Opdracht: Blader de Wegenverkeerswet 1994 eens kort door. Wat valt je op?

Slide 21 - Slide

Casus 2, Ter plaatse

Leeractiviteit 2:
(Quiz maken) zelf doen. Formuleer leervragen!

Leeractiviteit 3: (presentatie maken) zelf doen. Behandelen we volgende les. 
Opdracht: Duik nu vast even in het RVV. Wat valt je op?

Slide 22 - Slide

In de witte blokken casus 2 afmaken.

Volgende les bestuursrechterlijke handhaving
(toezicht versus handhaven).

Slide 23 - Slide

misschien eerst even meenemen in verschillende soorten recht zie ppp staatsrecht vanaf dia 7

Slide 24 - Slide