Periode 3 Barok Rococo NeoClaccisime
1 / 15
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Aspecten van de voorstelling
Slide 2 - Mind map
Aspecten van de vormgeving
Slide 3 - Mind map
Kenmerken van de Barok
Slide 4 - Mind map
Kenmerken Rococo
Slide 5 - Mind map
Kenmerken neoclassisime
Slide 6 - Mind map
Welke stijl is dit?
A
Barok
B
Rococo
C
Neoclassicisme
D
Romantiek
Slide 7 - Quiz
De Rococostijl, in vergelijking met de Barok is....
A
zwaarder
B
lichter
C
verfijnder
D
krachtig
Slide 8 - Quiz
De barok is de laatste “eenheidsstijl” in Europa. Toch bestaan er binnen de Barok grote verschillen. Welke 3 verschillende soorten Barok kennen we?
Slide 9 - Open question
Wat zou neoclassicisme betekenen?
A
Iets wat niks met classicisme te maken heeft
B
Een nieuw classicisme
C
Een oud classicisme
D
Iets wat anti classicisme is
Slide 10 - Quiz
Wat is GEEN kenmerk van het Neoclassicisme?
A
Aandacht op de voorgrond
B
Heldere kleuraccenten
C
Pracht en praal
D
Theatraal
Slide 11 - Quiz
Barok was een reactie op de
A
hofcultuur
B
reformatie
C
contrareformatie
D
middeleeuwen
Slide 12 - Quiz
Welke verschillende soorten stillevens ken jij?
Slide 13 - Open question
Wat is een genre stuk?
Slide 14 - Open question
Bij de Barok
hoort de beschrijving
hoort de beschrijving
A
- aandacht voor details (spieren, botten etc.),
- zeer complexe en dynamische houding,
- extreem realisme en dramatisch effect door plasticiteit
B
- statisch
- anatomisch incorrect
- weinig plasticiteit
C
- aandacht anatomie (complexe houdingen)
- details en lichtwerking
- geïdealiseerd
