Hygiëne in de zorg

Hygiene in de zorg
1 / 39
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Hygiene in de zorg

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Even voorstellen..

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Introductie
  • Mini-college infectieziekten
  • Kennisquiz
  • Afronding


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Na deze les kun je:
Minimaal 2 belangrijke besmettingsbronnen benoemen.

Minimaal 5 aandachtspunten bij infectiepreventie benoemen.

………(aantal infecties terugdringen…..)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Inleiding
Jaarlijks 3100 doden door infectieziekten (2017)

Infectiebestrijding kost honderden miljoenen euro’s per jaar



Bron: RIVM, Staat van Infectieziekten (Bijkerk, et.al)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat versta je onder hygiëne?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Mini hoorcollege

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voorkomen is beter dan genezen!!!

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Kijk jij wel een in de spiegel?
  1. Op gestoken haar
  2. Geen lange oorbellen
  3. Korte mouwen
  4. Geen sieraden
  5. Korte nagels zonder lak
  6. Kleding gewassen op 40 graden en gestreken

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Telefoon/tablet
Bron van infectie.

Tips:
Alleen aannemen met schone handen
Maak de telefoon regelmatig schoon (minimaal 1x per dag)
Neem geen telefoon mee bij resistente bacteriën
Gebruik folie en/of hoesje
Ga in gesprek met je collega’s over goed gebruik

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Praktijk voorbeelden

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De helpende ontsmet de handen en neemt de pols van de bewoner vast en helpt de bewoner op het rand van het bed. Wat moet hij/zij gebruiken?
A
Handenalcohol gebruiken
B
Handen wassen
C
Handschoenen gebruiken
D
Geen actie

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Antwoord: A
Na het contact met een bewonder en vóór het contact met een andere bewoner.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

De helpende wast een bewoner van onderen, wat moet hij/zij doen?
A
Handenalcohol gebruiken
B
Handen wassen met water en zeep
C
Handschoenen gebruiken
D
Geen actie

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Antwoord C
Bij kans op contact met lichaamsvocht, slijmvlies of bloed altijd handschoenen gebruiken.

EIGEN VEILIGHEID STAAT ALTIJD VOOROP!!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

De helpende giet de urine in het toilet, trekt de handschoenen uit en schrijft nadien in het zorgleefplan de waarden op. Wat moet hij/zij dan doen?
A
Handenalcohol gebruiken
B
Handen wassen met water en zeep
C
Handschoenen aantrekken
D
Geen actie

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Antwoord: A

Na het uittrekken van handschoenen handenalcohol gebruiken.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

De helpende neemt de maaltijd van de eetkar op de gang en brengt de maaltijd naar binnen op de kamer van de bewoner. Wat moet hij/zij hierna doen?
A
Handenalcohol gebruiken
B
Handen wassen met zeep en water
C
Handschoenen aantrekken
D
Geen actie

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Antwoord: D

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

De helpende schakelt het oproepsysteem uit op de kamer van de bewoner en doet de onrusthekken van het bed omhoog, nadien verlaat ze de kamer. Wat doet hij/zij hierna?
A
Handenalcohol gebruiken
B
Handen wassen met zeep en water
C
Handschoenen aantrekken
D
Geen actie

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Antwoord: A en/of B
Handhygiëne altijd toepassen voor het uitvoeren van een schone handeling.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

De helpende haalt de bevuilde lakens van het bed en deponeert ze in de waskar. Ze draagt handschoenen. Wat doet hij/zij hierna?
A
Handen alcohol gebruiken
B
Handen wassen met water en zeep
C
Handenschoenen dragen
D
Geen actie

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Antwoord: A
Na het uittrekken van handschoenen altijd alcohol gebruiken

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Griep

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Influenza
H-Influenza A virus.

DNA nestelt zich in celkern van besmette cliënt.

Verspreid zich via druppelinfectie.

Is erg gevaarlijk voor kwetsbare groepen



Advies RIVM: zorgmedewerkers laten inenten.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Corona
Wat is het?

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Infectie door inademen, contact

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Door indirect contact kan kruisbesmetting (kruisinfectie) ontstaan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

kruisinfectie (medisch) Is een infectie dat doorgegeven/veroorzaakt wordt door een tussenpersoon/voorwerp dat een persoon besmet.
Welke ziekteverwekker veroorzaakt de ziekte COVID -19?
A
MARS- COV 2
B
LARS- COV 2
C
FLARS-COV 2
D
SARS-COV 2

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

De beste manier om zelf
niet besmet te raken is:
A
een masker zelf dragen
B
handen regelmatig wassen
C
Gebruik van papieren zakdoekjes
D
Niezen in je elleboogplooi

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Coronavirus verspreidt zich via:
A
de lucht
B
via druppels

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions