Meewerkend voorwerp

• Basisschool

Meewerkend voorwerp 

- Terugblik: Waarom is grammatica belangrijk? 

- Terugblik: Lijdend voorwerp 

- Klassikale oefening Meewerkend voorwerp 

- Reactiespel 

- Evaluatie 

Terugblik

Waarom is grammatica belangrijk? 

Lijdend voorwerp: Wie / Wat + Onderwerp + Persoonsvorm + gezegde 

De stewardess gaf iedereen een warme maaltijd. 

Meewerkend voorwerp

Aan wie/ wat + gezegde + onderwerp 

De stewardess gaf iedereen een warme maaltijd  

De stewardess gaf (aan) iedereen een warme maaltijd.

Julia en Kim gaven een cadeautje aan hun moeder.

Ik vroeg (aan) haar of ze nog op vakantie ging.

Mijn vriend geeft de poes en de hond hun eten.

Hij laat al zijn geld na aan goede doelen.

Toen de kinderen niet luisterden, nam hun vader hun de playstation af.

Julia en Kim gaven een cadeautje aan hun moeder.

1. Julia en Kim
2. gaven
3. Een cadeautje
4. aan hun moeder

De buurvrouw gaf mij een lekker snoepje

1. De buurvrouw
2. gaf
3. mij
4. een lekker snoepje

Zij schonken het museum mooie kunstwerken

1. Zij
2. schonken
3. het museum
4. mooie kunstwerken

Ik vroeg haar of ze nog op vakantie ging.

1. Ik vroeg
2. haar
3. of ze nog
4. op vakantie ging

Mijn vriend geeft de poes en de hond hun eten.

1. Mijn vriend
2. geeft
3. de poes en de hond
4. hun eten

Hij laat al zijn geld na aan goede doelen.

1. Hij
2. laat
3. al zijn geld
4. aan goede doelen

Zij heeft de kast een lik verf gegeven

1. zij
2. heeft
3. de kast
4. een lik verf

Reactiespel Meewerkend voorwerp