Ondersteuningsplan les 3 Probleemanalyse

Ondersteuningsplan
Les 3: Probleemanalyse
1 / 20
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ondersteuningsplan
Les 3: Probleemanalyse

Slide 1 - Slide

Terugblik: Observeren

Slide 2 - Mind map

Observatiemethodes en technieken
continue observatie
protocollaire observatie
contextuele observatie
intervalobservatie

Observatietechnieken
Time-sampling: tijdgericht
Event-sampling: gericht op gebeurtenissen
Participerend observeren: interne observatie
Niet participerend observeren: externe observatie



Slide 3 - Slide

Probleem formuleren
d.m.v.

  • Informatie ordenen
  • Probleemanalyse
  • Probleemformulering





Slide 4 - Slide

De functionele gezondheidspatronen volgens Gordon
  1. De manier waarop iemand zijn eigen gezondheid beleeft en in stand houdt.
  2. Voedings- en stofwisselingspatroon
  3. Uitscheidingspatroon
  4. Activiteitenpatroon
  5. Slaap- en rustpatroon
  6. Cognitie en waarnemingspatroon

Slide 5 - Slide

De functionele gezondheidspatronen volgens Gordon
7. Zelfbelevingspatroon
8. Rollen- en relatiepatroon
9. Seksualiteit- en voortplantingspatroon
10. Stressverwerkingspatroon
11. Waarden- en levensovertuigingenpatroon

Slide 6 - Slide

Opdracht in tweetal
Je kunt uitgaan van de elf gezondheidspatronen volgens Gordon.

 
Maar je kunt ook zelf een ordeningsprincipe samenstellen. In de praktijk zie je vaak dat van verschillende ordeningsprincipes stukjes worden genomen. Daar wordt dan een eigen ordeningsprincipe uit samengesteld om ervoor te zorgen dat de vraagstelling en de structuur zoveel mogelijk op de doelgroep aansluit.

Ga in tweetallen op zoek naar minimaal 2 andere manieren van ordening van problemen.
Wat hebben jullie gevonden?


Slide 7 - Slide

Vijf ordeningsgebieden
  1. Fysiologisch
  2. Psychologisch
  3. Sociaal cultureel
  4. Ontwikkelingsgericht
  5. Spiritueel

Slide 8 - Slide

Levensgebieden Schalock

Slide 9 - Slide

Probleemanalyse
  • Wie heeft het probleem?
  • Is het probleem oplosbaar?
  • Gaat het om een echt probleem of om een ervaren probleem?

Slide 10 - Slide

Probleem vaststellen
Op basis van:

  • Conditie van de cliënt
  • Behoefte aan begeleiding
  • Visie van de cliënt en hulpverlener op hulpvraag en probleem
  • Objectieve gegevens
  • Onderhandeling met de cliënt

Slide 11 - Slide

PES Formule
P: Probleem beschrijven
E: Etiologie, de leer van oorzaken
S: Symptomen, de verschijnselen die met het probleem gepaard gaan.

Slide 12 - Slide

Voorbeeld PES
Chazia maakt zich druk over haar problemen. Kan ze nog dingen doen die ze vroeger deed? Ze houdt heel erg van dansen, maar kan ze dit blijven doen? Hierdoor slaapt ze slecht en blijven de problemen in haar hoofd malen. Ze voelt zich ellendig en zit niet lekker in haar vel. Aan de hand van de PES-methode worden de problemen van Shazida uitgewerkt.

P - Machteloosheid
E - Onzeker over haar toekomst
- Kan ze nog blijven dansen?
- Veel twijfel bij haar over hoe nu verder
S - Hoog emotioneel
- Ze vraagt naar of ze nog wel kan dansen en haar school nog wel af kan maken.

Slide 13 - Slide

Een zorgvrager is opgenomen vanwege verergering van zijn schizofrenie. Hij geeft aan niet in slaap kunnen komen en is erg moe. Overdag onderneemt hij weinig activiteiten en doet hij soms een dutje
Pas de PES-formule toe
P = Probleem, E= Etiologie (oorzaken), S= symptomen

Slide 14 - Open question

Criteria efficiënte probleemformulering
  • Beschreven volgens de PES-formule.

  • Waarneembare symptomen zijn beschreven in termen van gedrag.


  • Beschreven in voor de cliënt begrijpelijke taal.


  • De vraag van de cliënt is (indien mogelijk) in de formulering van het probleem betrokken.




Slide 15 - Slide

Criteria efficiënte probleemformulering
  • Er zijn voldoende klachten of verschijnselen om de formulering te verantwoorden.


  • De beschrijving bevat het probleem van de cliënt, niet de problemen in de omgang met de cliënt van de hulpverlener.


  • De beschrijving biedt voldoende handvatten voor het formuleren van een ondersteuningsvraag en bijbehorende doelstelling.


  • Er is sprake van een actueel probleem, een potentieel probleem of een toestand die mogelijkheden biedt tot verbetering.




Slide 16 - Slide

Vragen bij prioriteiten stellen
  • Aan welke problemen meteen iets doen om erger te voorkomen?


  • Hoe beleeft de cliënt de problemen en waar legt hij zelf de prioriteit?


  • Welke problemen zijn er? Welke kun je als begeleider oplossen en voor welke schakel je een andere hulpverlener in?


  • Welke problemen en bijbehorende doelen bevorderen de zelfstandigheid en zelfredzaamheid?

Slide 17 - Slide

Vaststellen ondersteuningsvraag
Vanuit de beginsituatie en analyse van het probleem kun je een ondersteuningsvraag formuleren
“Ondersteun mij….”
“Biedt mij…..”
“Help mij…..”




Slide 18 - Slide

Casus Peter
Maak deze casus in tweetallen 

Slide 19 - Slide

Verwerkingsopdracht ondersteuningsplan
Maak de beginsituatie verder af.
Bekijk nu goed wat de prioriteiten zijn en komt tot 2 ondersteuningsvragen voor jouw cliënt

Slide 20 - Slide