De avonturen van de vos: Leer alles over dit slimme dier! - AI

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 2

De avonturen van de vos: Leer alles over dit slimme dier!

Leerdoel

Aan het eind van de les weet je wie de vos is, waar hij leeft, wat hij eet en hoe hij jaagt.

Introduceer het leerdoel van de les.

Wat weet jij al over de vos?

De vos: wie is hij?

De vos is een slim dier dat behoort tot de hondachtigen. Hij heeft een roodbruine vacht en een pluimstaart.

Leg uit wat een vos is en wat zijn uiterlijk is.

Waar leeft de vos?

Vossen leven in bossen, heidegebieden en soms ook in de stad.

Vertel waar vossen voorkomen en welke omgeving ze nodig hebben om te leven.

Wat eet de vos?

Vossen eten voornamelijk kleine dieren zoals muizen, konijnen en vogels. Ook vruchten en insecten staan op hun menu.

Beschrijf wat de vos eet en wat zijn dieet is.

Hoe jaagt de vos?

De vos jaagt voornamelijk 's nachts. Hij besluipt zijn prooi en grijpt deze met zijn scherpe tanden.

Leg uit hoe de vos jaagt en welke technieken hij daarvoor gebruikt.

De vos en zijn jongen

In de lente krijgen vossen jongen. Dit worden welpjes genoemd. De moeder zorgt goed voor haar jongen en brengt ze groot in een hol.

Vertel over de voortplanting van de vos en hoe de jongen worden grootgebracht.

Hoe slim is de vos?

De vos staat bekend om zijn slimheid. Hij kan goed jagen en heeft veel trucjes om aan voedsel te komen.

Laat zien hoe slim de vos is en welke slimme trucjes hij heeft.

De vos en de mens

Vossen zijn soms te zien in de buurt van huizen. Ze zijn echter schuw en zullen mensen vermijden.

Beschrijf hoe vossen zich verhouden tot mensen en waarom ze soms in de buurt van huizen komen.

Quiz: wat weet je over de vos?

Test jouw kennis over de vos met deze quiz!

Gebruik een online tool om een quiz te maken over de lesstof.

Aan de slag!

Maak een tekening van een vos en schrijf erbij wat je hebt geleerd over dit dier.

Geef de leerlingen een opdracht om het geleerde toe te passen en te verwerken.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.