1 E 12 oktober 2022 Samenlezen +schrijven

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Afspraken in de les
- Respect voor iedereen.
- Tijdens de les zijn we bezig met de les. Andere dingen doe je buiten de les
- Vinger opsteken en wachten tot je je vraag mag stellen 
als je wat wil vragen, zeggen of als je wil opstaan.
- Eten, drinken (behalve water), toiletbezoek buiten de les.
- Telefoon en laptop alleen met toestemming tijdens de les.
- Blijven zitten tot de leraar zegt dat je de klas mag verlaten.
- Je schoolspullen bij je hebben.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we deze les doen? 
- Ik neem de presentielijst door en iedereen is stil, behalve als je je naam hoort.
- We halen op wat we eerder gelezen hebben.
- We gaan verder met samen lezen van Boeken Boeien. 
- Schrijfopdracht.

Slide 3 - Slide

Wat hebben we tot nu toe gelezen?

- Waar gaat het over?
- Wie is de  belangrijkste persoon in het verhaal?
- Welke andere namen zijn we tegen gekomen?
- Waar speelt het verhaal zich af?
- Is het verhaal nu of heel lang geleden?



Eén zinsdeel ken je al ;-): het werkwoordelijk gezegde

Slide 4 - Slide

Samen lezen: om de beurt hardop

Slide 5 - Slide

Schrijfopdracht
1.  Schrijf zelf een bladzijde van het verhaal.
2. Geef je verhaal een titel.
3. Verzin een midden en een duidelijk eind

4. Ga door tot je alle zinsdelen hebt gevonden.
Bijvoorbeeld: Vandaag | leren | wij | grammatica.

Slide 6 - Slide

De vorige les
Het stappenplan zinsdeelstrepen.
Hoe vind je de persoonsvorm?
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Noem één zinsdeel dat je al kent.
Hoe vind je de andere zinsdelen? 
Wat zet je tussen zinsdelen?

Slide 7 - Slide

De volgende les
Verder met spelling van werkwoorden.
Terug kijken op wat er goed ging en minder goed ging met het proefwerk.Deze les heb je geoefend met het zetten van zinsdeelstrepen  in een zin.
Neem je leerwerkboek mee en je eigen leesboek. 


Slide 8 - Slide

Fictie toets
Let goed op bij het samen lezen.
Je krijgt over een paar weken een opdracht waar je een cijfer voor krijgt.

Slide 9 - Slide

Fijne dag!
Tot morgen.

Slide 10 - Slide

De kijk- en luisteroefening
Ik laat zometeen een filmpje zien.
Je krijgt een blaadje met vragen.
Tijdens het kijken en luisteren noteer je door aankruisen of opschrijven wat je gezien of gehoord hebt.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Persoonsvorm
Elke zin heeft een persoonsvorm.
De persoonsvorm (pv) is een vorm van het werkwoord.
Een werkwoord is een woord dat een handeling, situatie of gebeurtenis uitdrukt. Bijvoorbeeld: bellen, struikelen, zijn, sneeuwen.
De pv geeft aan wat er in een zin gebeurt.
Aan de pv kun je zien of de zin over vroeger of nu gaat. 

Slide 13 - Slide

Tijdproef persoonsvorm
De persoonsvorm kun je vinden met de tijdproef pv.
Zet de zin in een andere tijd: van de tegenwoordige tijd naar de verleden tijd of andersom.
Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm. 

Ik heb vakantie.
Ik had vakantie.

Slide 14 - Slide

De pv herkennen in een zin.
- Het is bijna altijd één woord.
- Het is een vorm van een werkwoord.
- De pv staat in het enkelvoud (speel) of meervoud (spelen).
- De pv staat in de tegenwoordige tijd (speel) of in de verleden tijd (speelde)

Slide 15 - Slide

Dictee
- Schrijf je naam op je blaadje.
- Ik lees één keer de hele zin voor.
- Daarna lees ik de zin in stukjes voor. 
- Daarna lees ik de zin nog een keer helemaal voor.
- Als iedereen klaar is mag je zelf het dictee nakijken op het digibord.


Slide 16 - Slide

Dictee nakijken
1. Vandaag hebben alle leerlingen hun leerboek bij zich.
2. Bram en Aisha gingen met de auto naar huis.
3. Giovanca en Frederik fietsten naar school.
4. De leerlingen van deze klas gingen begin dit schooljaar op kamp.
5. Heette de plaats waar het kamp was Woudenberg?  
7. Niemand heeft zin in de herfstvakantie.

Slide 17 - Slide