4 K3 Lezen: verbanden en signaalwoorden

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

Slide 1 - Slide

DOEL

- je kunt met behulp van signaalwoorden een tijdsvolgorde (chronologie) en een oorzaak - gevolg in een tekst herkennen en begrijpen
Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 2 - Slide

Lees (en beluister) de tekst

Slide 3 - Slide

Wat is het onderwerp
van de tekst?

Slide 4 - Open question

Noteer het signaalwoord voor tegenstelling uit
alinea 2

Slide 5 - Open question

Noteer de tegenstelling uit alinea 2 in eigen woorden

Slide 6 - Open question

Waarom mocht de bestuurder zich niet bewegen in de cabine?

Slide 7 - Open question

Staan de gebeurtenissen in alinea 2 en 3 in een goede tijdsvolgorde beschreven?

Slide 8 - Open question

Ingewikkeld

of niet?


Verbanden in teksten

Slide 9 - Slide

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 10 - Slide

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Slide 11 - Slide

Eerder leerde je de tekstverbanden:


- opsomming

- tegenstelling

- voorbeeld

Slide 12 - Slide

In deze les leer je de tekstverbanden:


- tijdvolgorde (chronologie)

- oorzaak - gevolg

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Welk tekstverband herken je?
Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart en vervolgens kun je inchecken en naar je werk reizen.
A
tijdsvolgorde (chronologie)
B
oorzaak-gevolg

Slide 18 - Quiz

Welke drie signaalwoorden voor tijdsvolgorde zie je in de zin:

Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart en vervolgens kun je inchecken en naar je werk reizen.

Slide 19 - Open question

Welk tekstverband herken je?

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
A
tijdsvolgorde (chronologie)
B
oorzaak-gevolg

Slide 20 - Quiz

Welk signaalwoord voor oorzaak-gevolg herken je in de zin:

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.

Slide 21 - Open question

Wat is de oorzaak in de zin:

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.

Slide 22 - Open question

Wat is het gevolg in de zin:

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.

Slide 23 - Open question

Lees (en beluister) de tekst.

Slide 24 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 25 - Open question

Wat voor soort tekst is dit?

Slide 26 - Open question

In de laatste zin van alinea 1 staat een opsomming. Noteer die opsomming.

Slide 27 - Open question

In de eerste zin van alinea 2 staat een oorzaak / gevolg. Noteer de oorzaak en het gevolg.

Slide 28 - Open question

Noteer een signaalwoord van tijdsvolgorde uit alinea 2.

Slide 29 - Open question

Waarvoor wilde de school haar leerlingen behoeden volgens alinea 3?

Slide 30 - Open question

Wat is het verband tussen alinea 4 en 5?

Slide 31 - Open question

Waarom heeft de school nu wel aangifte gedaan?

Slide 32 - Open question

Wat is het verband tussen alinea 5 en 6?

Slide 33 - Open question

Noteer een signaalwoord voor tijdsvolgorde uit
alinea 6

Slide 34 - Open question

Wat vindt de ouder uit alinea 6 ervan dat de school niet direct aangifte deed?

Slide 35 - Open question

GELEERD?

- je kunt met behulp van signaalwoorden een tijdsvolgorde (chronologie) en een oorzaak - gevolg in een tekst herkennen en begrijpen
Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 36 - Slide

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Slide 37 - Open question

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Slide 38 - Open question

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

Slide 39 - Slide