Les 1: Organismen

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom 1D!

Je mag je werkboek en schrift vast op tafel leggen.

Vandaag gaan we het hebben over organismen.

Programma van deze les

1. Testen voorkennis
2. Uitleg: Organismen
3. Zelfstandig aan de slag met opdrachten
4. Afsluiting 

Organisme of geen organisme?

Levend, dood, of levenloos?

1.1: Organismen

Leerdoelen

1.1.1 Je kunt uitleggen wat een organisme is.

1.1.2 Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.

1.1.3 Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.

Organismen

Organismen zijn levende wezens, ze hebben levenskenmerken.

Levenskenmerken

• ademhalen

• voeden

• uitscheiden

• waarnemen

• bewegen

• voortplanten

• groeien

Wanneer organismen geen levenskenmerken meer hebben, zijn ze dood. Dingen die nooit levenskenmerken hebben gehad zijn levenloos.

Zelfstandig aan de slag

Wat: Opdracht 1 en 3 (kennis) en 6 en 8 (inzicht).

Hoe: Eerste 5 minuten stil, daarna mag je fluisterend overleggen met je buur.

Hulp: Lukt het niet? Vraag eerst je buur. Kom je er samen niet uit, steek dan je hand op.

Tijd: Zie timer.

Uitkomst: De lesstof komt terug op de toets en aan het eind van de les in de quiz!

Klaar: Verschillende keuzes. Vind je het lastig? Maak dan ook opdracht 2 en 4. Vond je het makkelijk? Doe dan opdracht 7 en 9+. Je mag ook lezen in je leesboek.

Huiswerk

• In de klas vaak tijd om te werken aan opdrachten 
• Wat je niet af krijgt doe je thuis voor de volgende les
• Huiswerk komt in som en in de studiewijzer
• Huiswerkcontrole door middel van steekproef

Afsluiting

• Korte quiz (3 vragen)
• Volgende les 

Vraag 1:

Wat is het verschil tussen levenloos en dood?

Vraag 2:

Noem 5 levenskenmerken.

Vraag 3:

Van welk levenskenmerk is poepen een voorbeeld?

Volgende les

Gaan we het hebben over groei en ontwikkeling