Begeleiden, les 2

1 / 14
next
Slide 1: Slide
BegeleidenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag
- Introductie machtsverschillen in de zorg
- Opdrachten maken 
- Samenvatting maken. 
- Afsluiten

Slide 2 - Slide

Machtsverschillen

Slide 3 - Slide

Machtsverschillen in de zorg.

Slide 4 - Slide

Ongelijkwaardige relatie in de zorg
Ongelijkheid in de zorg tussen zorgvrager en verzorgende heeft zes aspecten

1. Onomkeerbaarheid 
2. Vrijheid vs. gebondenheid 
3. Deskundigheid vs ondeskundigheid
4. Geslotenheid vs openheid 
5. Onafhankelijkheid vs. afhankelijkheid 
6. Macht vs. onmacht. 

Slide 5 - Slide

1. Onomkeerbaarheid 
Je contact met de zorgvrager is functioneel, omdat je het contact aangaat vanuit je functie. 
                    Functionele relatie

Bijvoorbeeld: Jij verzorgt Mevrouw Janssen, maar Mevrouw Janssen zal jou nooit verzorgen! 

Slide 6 - Slide

2. Vrijheid tegenover gebondenheid
Een zorgvrager is afhankelijk van de hulp die de zorgorganisatie biedt, jij bent dat niet.

Bijvoorbeeld: Jij trekt na je werk de deur achter je dicht, de zorgvrager blijft daar achter. 


Slide 7 - Slide

3. Deskundigheid tegenover ondeskundigheid. 
Als verzorgende oefen je een beroep uit, als zorgvrager niet. 

De zorgvrager: 
- Verwacht steun, begrip of een oplossing van de verzorgende 
- Kan zich overgelaten voelen aan de deskundigen en is dus wantrouwend. 
- Kan al zijn/haar vertrouwen gevestigd hebben op de zorg. 

Slide 8 - Slide

4. Geslotenheid tegenover openheid
Zorgvragers uiten hun ervaringen en gevoelens terwijl de verzorgende dat niet of heel weinig doet. 


Bedenk je altijd goed dat: 
- Openheid van de zorgvrager goed is! 
- Vertrouwelijk omgaan met de informatie van of over de zorgvrager. 
- Houdt jezelf op de achtergrond (openheid van een verzorgende is niet gewenst) 
- De zorgvrager zijn/haar behoeften staan altijd centraal

Slide 9 - Slide

5. Onafhankelijkheid vs. afhankelijkheid 
De zorgvrager is afhankelijk van jou, jij bent niet afhankelijk van de zorgvrager. 



Het is lastig om afhankelijk van iemand te zijn. 
Het wordt soms ervaren als onmacht. 
Wanneer zorgvragers geïrriteerd of prikkelbaar zijn,
nors reageren of gauw boos worden dan kan dit komen 
door het gevoel van onafhankelijkheid. 

Slide 10 - Slide

6. Macht vs. onmacht 
In de relatie met zorgvragers heb jij als verzorgende de meeste macht. Deze macht heb je door: 
- Het gezag van de organisatie, waarvan jij deel uitmaakt 
- Jouw speciale deskundigheid waarvan de zorgvrager afhankelijk is. 
- De mogelijkheid om beloning en straf toe te passen. 

Macht kun je ook misbruiken: 
- Onbegrijpelijke vaktermen gebruiken om indruk te maken 
- Zorgvragers mijden die je niet mag. 
- De afhankelijkheid van de zorgvrager vergroten door over te nemen wat iemand eigenlijk zelf nog kan
- Onnodig zorgvragers laten wachten. 

Slide 11 - Slide

Opdracht 1: 
Wat: Maak de opdrachten. 
Wie: In tweetallen 
Ga naar: 
- E-learning 
- Begeleidt de zorgvrager 
- 2.18 Ongelijkwaardige relatie tussen zorgvrager en zorgverlener.

Klaar; Even wachten, we gaan het straks bespreken. 

Slide 12 - Slide

Hoofdstuk 19
Wat: Lees hoofdstuk 19 en maak een samenvatting. 
Wie: Individueel 
Hoe: Wat je fijn vindt (computer of schrijven) 
Tijd: Tot het einde van de les. 
Klaar? Je mag in stilte iets voor jezelf gaan doen 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide