1.4 Aangeboren of aangeleerd

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 1.4: Aangeboren of aangeleerd
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 1.4: Aangeboren of aangeleerd

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Vragen over het huiswerk?
dat was: 
Maak Toepassen Gedrag van planten online. Lees 1.4 alvast door. Herhaal de theorie van 1.1 t/m 1.3. Maak online de extra opdrachten van 1.1 t/m 1.3.

Slide 3 - Slide

Wat is waar over prikkels en signalen?
A
Het is hetzelfde
B
Een signaal is altijd een prikkel
C
Een prikkel is altijd een signaal

Slide 4 - Quiz

Doel en begrippen 1.4
Je leert welk gedrag dieren vanaf hun geboorte vertonen en hoe ze nieuw gedrag leren

aangeboren, aangeleerd, spelen, rangorde, dominant, associatoef leren, klassieke conditionering, trial- and-error, proefondervindelijk leren, operante conditionering, imitering, inprenting, gevoelige periode, gewenning.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

0

Slide 7 - Video

Aangeboren gedrag

Slide 8 - Slide

Aangeboren gedrag

Slide 9 - Slide

Aangeboren én aangeleerd gedrag

Slide 10 - Slide

Leren - inprenting
Lorenz - 1903-1989
Gevoelige periode

Slide 11 - Slide

Leren door associeren - klassieke conditionering
Pavlov - 1849-1936


Slide 12 - Slide

Klassieke conditionering - verband tussen twee verschillende prikkels

Slide 13 - Slide

Leren door combineren - operante conditionering
Skinner - 1904-1990
Trial-and-error


Slide 14 - Slide

Operante conditionering - leren door belonen en straffen

Slide 15 - Slide

Gewenning - aangeleerd/ aangeboren gedrag afleren

Slide 16 - Slide

Leren van elkaar
Sociaal gedrag moet je leren, hiervoor heb je soortgenoten nodig.
In groepen is sprake van een rangorde - sommige individuen zijn dominant, anderen onderdanig.

Slide 17 - Slide

Doel en begrippen 1.4
Je hebt geleerd welk gedrag dieren vanaf hun geboorte vertonen en hoe ze nieuw gedrag leren

aangeboren, aangeleerd, spelen, rangorde, dominant, associatief leren, klassieke conditionering, trial- and-error, proefondervindelijk leren, operante conditionering, inprenting, gewenning.

Slide 18 - Slide

Huiswerk
In de online methode.
Kies een leerweg (default A).
Maak 1.4 opdracht 1 t/m 8.
Maak een samenvatting van de paragraaf.
Aandacht voor de begrippen.

Slide 19 - Slide