Mobiliteit

1 / 42
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel kilo mag je, als je met twee handen kan werken, per hand duwen of trekken?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Hoeveel kilo mag je maximaal tillen?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

arbo richtlijnen blz 286

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Mobiliteitsklasse

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

3 vaardigheden in tweetallen
1.  steunkousen met observatielijst
2. doff 'n donner
3. glijzeil: omhoog in bed

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Doff 'n donner

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Steunkous open teen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Omhoog verplaatsen met glijzeil

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Steunkous dichte teen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hulp bieden bij mobiliteit

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Spieren
  • De gewrichten tussen de botten maken bewegingen mogelijk.
  • Deze bewegingen ontstaan door het samentrekken van spieren. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Een spier zwelt op als deze samengetrokken wordt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Schedel
De belangrijkste functie van de schedel is de bescherming van je hersenen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Opbouw schedel
De schedel bestaat uit:
  • aangezichtsschedel, met daarin je onderkaak, bovenkaak, jukbeenderen en neusbeentjes.
  • schedeldak, die bestaat uit het voorhoofdsbeen, de wandbeenderen, het achterhoofdsbeen en de slaapbeenderen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hoe heet de ruimte tussen de schedelbeenderen bij een baby?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Wervelkolom

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Schoudergordel
De schoudergordel wordt gevormd door:
  • 2 sleutelbeenderen
  • 2 schouderbladen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Bekkengordel

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

De ledenmaten
Een ledemaat is een onderdeel van je lichaam dat aan de romp hangt en door de spieren bewogen kan worden (armen en benen).

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Het dijbeen zit aan de bovenkant van je been.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Handen 
  • Het gewricht tussen je handen en arm bestaat uit handwortelbeentjes.
  • Je hand bestaat uit middenhandsbeentje en vingerkootjes.
  • Elke vinger heeft 3 vingerkootjes met uitzondering van de duim.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Voeten
  • De voetwortelbeentjes zijn groter dan de handwortelbeentjes.
  • Elke teen heeft 3 teenkootjes met uitzondering van de dikke teen, deze heeft er maar twee.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Hulp bieden bij het verplaatsen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Welke hulpmiddelen kun je gebruiken bij verplaatsingen?

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

Wat is een transfer?

A
een botziekte met vergroeiingen
B
Het verplaatsen van iemand
C
een hulpmiddel voor halfzijdige verlamming
D
een onderdeel van de rolstoel

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wie heeft er ervaring met transfers?
A
Ja, ik
B
Nee, ik niet

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Werkhouding
Een goede werkhouding is belangrijk in alle beroepen. Bij een goede werkhouding voorkom je lichamelijke klachten.

Een werkgever is verplicht om te voldoen aan een veilige en een gezonde leefomgeving.


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Ergonomie

Ergonomisch werken wil zeggen dat je zorgt dat je geen lichamelijke en geestelijke klachten oploopt door je werk.
  • Lichaamshouding
  • Hulpmiddelen --> tillift, glijzijl, draaischijf 
  • Materialen in hoogte verstelbaar --> bureaustoel

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Goed contact 

Goed contact tussen jou en de zorgvrager is belangrijk. 

Een zorgvrager moet jou kunnen vertrouwen bij het verplaatsen. 

Hoe kan jij communiceren

Slide 32 - Slide

hoe communiceer je het best?
- jezelf voorstellen
- vragen hoe de client zich voelt
We hebben verschillende hulpmiddelen voor het verplaatsen van cliënten.
Zoals;
- Rollator
- Rolstoel
- Krukken
- Driepoot (wandelstok)
- Passieve tillift
- Actieve tillift
- Glijzeil
- Draaischijf hard en zacht

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Transfer hulpmiddelen
Er zijn tal van hulpmiddelen...

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Rollator 
Een rollator kan positieve bijdrage leveren aan de mobiliteit van een persoon.
 

Wat is mobiliteit?

Slide 35 - Slide

mobiliteit betekent letterlijk beweeglijkheid. Dat je kan bewegen door te fietsen te lopen etc.
PROTOCOL ROLLATOR KAN JE VINDEN IN DE MAP MET OPDRACHTEN 

Slide 36 - Video

This item has no instructions

Slide 37 - Video

This item has no instructions

Rolstoel
Een rolstoel is een vervoermiddel voor mensen die slecht of niet kunnen lopen.
Er bestaan verschillende soorten rolstoelen. Welke rolstoel geschikt is, hangt af van allerlei factoren.
- Een duwrolstoel: iemand moet de rolstoel duwen.
- Een handbewogen rolstoel: rolstoel met twee grote wielen. De gebruiker kan zich zelfstandig verplaatsen door met de handen aan de hoepels aan de wielen te draaien.
- Een elektrische rolstoel: rolstoel kan bestuurd worden door middel van een joystick. 

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Video

This item has no instructions

Opdracht hulpmiddelen 
  • In groepjes van 3 uiteen 
  • Jullie gaan per groepje een 2 hulpmiddelen onderzoeken en kort presenteren ( 5 minuten) 
  • zoek op hulpmiddelenwijzer.nl naar een leuke die je kunt gebruiken.
  • maar je mag ook de bekende nemen , zoals rolstoel, of rollator of anders....
  • rollenspel : 
  • je krijgt per groep een korte casus die je gaat uitspelen.


Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten
  • Stel jezelf voor
  • Vertel wat je gaat doen
  • Zet alles wat je nodig hebt binnen handbereik (rollator)
  • Zet alle hulpmiddelen die je gaat gebruiken op de rem
  • Til alleen als het echt nodig is, achterhaal wat de zorgvrager zelf kan (redzaamheid stimuleren)
  • Vertel iedere stap die je uitvoert
  • Spreek een teken af met de zorgvrager
  • Til vanuit je knieën.
  • Vraag indien nodig om hulp

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

huiswerk 
https://www.free-learning.nl/modules/steunkousen/start.html



Slide 42 - Slide

This item has no instructions