Par. 3.3 De massamoord op de Joden

De Tweede Wereldoorlog
Par. 3.3 De massamoord op de Joden
1 / 39
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De Tweede Wereldoorlog
Par. 3.3 De massamoord op de Joden

Slide 1 - Slide

  • Tijdvak: Tijd van de wereldoorlogen
  • 1900-1950

  • Periode: moderne tijd
  • Vanaf 1800


Slide 2 - Slide

Invalshoeken
  • Economisch: 
  • Wat zijn de middelen van bestaan? 
  • Leven mensen van de jacht, landbouw, industrie?
  • Hoe komen mensen aan hun inkomsten?
  • Geld
 

Slide 3 - Slide

Invalshoeken
  • Politiek-bestuurlijk: 
  • Bestuur: is het land een koninkrijk, keizerrijk of een republiek?
  • Wie is de baas? 
  • Welke regels en wetten zijn er?
 

Slide 4 - Slide

Invalshoeken
  • sociaal: 
  •  Leefomstandigheden van mensen.
  •  Sociale lagen. 
  • Standen.
  • Zijn er grote verschillen tussen mannen/vrouwen en arm/rijk? 
  • Leven de mensen in de stad of op het platteland?

Slide 5 - Slide

Invalshoeken
  • cultureel
  • Gaat vooral over:
  • geloof 
  • kunst 
  • wetenschap

Slide 6 - Slide

Bruikbaarheid van bronnen
Wanneer is een bron bruikbaar?
  • Bronnen zijn bruikbaar als ze antwoord geven op de vraag die je stelt. Het antwoord op jouw vraag moet dus terug te vinden zijn in de bron. 

Slide 7 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat antisemitisme is en beschrijven hoe het zich in Europa heeft ontwikkeld.
  • Je kunt beschrijven hoe de nationaalsocialisten Joden uitsloten en vervolgden.
  • Je kunt uitleggen hoe de massamoord op de Joden was georganiseerd.
  • Je kent de begrippen en jaartallen.

Slide 8 - Slide

Antisemitisme in Europa
  • In het christelijk Europa waren joden een minderheidsgroep.
  • Joden hadden een eigen taal, eigen gewoonten en een ander geloof.
  • Vaak een zondebok! 
  • Vanaf de middeleeuwen moesten joden vaak in getto's wonen. 
  • Vaak slachtoffer van pogroms, georganiseerde aanvallen op Joden.

Slide 9 - Slide

Antisemitisme in Europa
  • Vanaf 19e eeuw verdwenen de getto's.
  • Nationalisme kwam op. 
  • Veel nationalisten vertrouwden Joden niet.
  • Joden zijn een volk en voelde zich niet zozeer verwant met één land
  • Volgens nationalisten waren Joden niet trouw aan het vaderland.
  • Dit wantrouwen leefde overal in Europa.
  • Maar de meeste Joden leefden niet anders dan de Europeanen!

Slide 10 - Slide

Antisemitisme in Europa
  • Begin 20e eeuw negen miljoen Joden.
  • Meeste in Sovjet-Unie en Polen.
  • Maar 1% van de Duitse bevolking was Joods in 1933.
  • Toch veel Duitsers antisemitisch!
  • Joden kregen de schuld van de ellende in Duitsland na WOI.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Uitsluiting en vervolging
  • Nadat Hitler aan de macht kwam begon de uitsluiting van Joden.
  •  Joden in dienst van de overheid ontslagen.
  • Joodse bedrijven onteigend. 

Slide 13 - Slide

Uitsluiting en vervolging
  • Allerlei openbare voorzieningen (zoals: scholen, theaters, openbaar vervoer, parken) werden voor joden verboden verklaard.
  • Joodse winkels worden geboycot.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Fase 1
Pesten en vernederen
Nazi boycot van Joodse winkels. Op de borden staat: "Duitsers! Verdedig je! Koop niet van Joden!"

Slide 16 - Slide

Uitsluiting en vervolging
  • 1935 Neurenberger rassenwetten.
  • Regels die rassenvermenging moesten voorkomen:
- Het Duitse burgerrecht werd
   Joden afgenomen.
- Huwelijken tussen Joden en
   Duitsers werden verboden.

Slide 17 - Slide

Uitsluiting en vervolging
  • Nauwelijks protest van de Duitse bevolking!
  • Daarom nieuwe fase: gewelddadige vervolging van Joden.
  • 1938 Rijkskristalnacht.
  • Pogrom.

Slide 18 - Slide

Uitsluiting en vervolging
  • Overal in Duitsland werden Joodse winkels, synagogen en bedrijven vernield en in brand gestoken. 

Slide 19 - Slide

Uitsluiting en vervolging
  • Tientallen Joden werden gedood. In de dagen erna vonden de eerste razzia’s plaats. 
  • Nazi’s gingen van deur tot deur om Joden te vinden. 
  • 30.000 van hen werden opgepakt en afgevoerd naar concentratiekampen.

Slide 20 - Slide

Uitsluiting en vervolging
  • In concentratiekampen liet Hitler ook politieke tegenstanders, Roma, Sinti en homoseksuelen opsluiten, zonder proces.
  • Na Hitlers machtsovername probeerden veel Joden Duitsland te ontvluchten. 
  • In het begin lukte dat nog, maar na de Rijkskristalnacht nam het aantal Joodse vluchtelingen enorm toe. 
  • Europese landen sloten hun grenzen.
  • Ook Nederland stuurde Joodse vluchtelingen terug.

Slide 21 - Slide

Holocaust
  • Ook in bezette landen Joden vervolgd.
  •  In Oost-Europa werden getto's ingericht.
  • Bewoners gedwongen om voor Duitsers te werken.

Slide 22 - Slide

Holocaust
  • Ondertussen nieuwe fase: massamoord op de Joden: Holocaust.

Slide 23 - Slide

Holocaust
  • Veel executies van Joden in de de door Duitsland veroverde gebieden.
  • Door de SS-Einsatzgruppen.
  • Werd mee gestopt want het kostte te veel kogels.

Slide 24 - Slide

Holocaust
  • Ging daarnaast niet snel genoeg.
  • Veel soldaten konden het niet aan om onschuldige mensen zoals vrouwen en kinderen neer te schieten.
  • Bekend als de Holocaust by Bullets. 

Slide 25 - Slide

Holocaust
  • In januari 1942 werd besloten om over te gaan op een efficiëntere methode: vergassing van grote aantallen mensen tegelijk in speciale gaskamers.  

Slide 26 - Slide

  • Voor dat doel werden in het bezette Polen zes vernietigingskampen gebouwd, waaronder Auschwitz-Birkenau, Sobibór en Treblinka. 

Slide 27 - Slide

  • Vanaf 1942 werden Joden uit alle bezette landen systematisch per trein naar de vernietigingskampen vervoerd.
  • Sommige mensen moesten daar nog werken voor de nazi's, de meesten werden meteen vergast.

Slide 28 - Slide

  • In totaal hebben de Duitsers ongeveer zes miljoen Joden vermoord. 
  • De Holocaust wordt ook wel Shoah genoemd, het Hebreeuwse woord voor ‘ramp’. 
  • Het is de grootste volkenmoord of genocide uit de moderne tijd. 
  • Behalve Joden hebben de nationaalsocialisten ook zo’n half miljoen Roma en Sinti vermoord. 

Slide 29 - Slide

Zyklon B


Korrels die verdampen (blauwzuur) 
als ze in contact komen met lucht.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Kampen vernietigd
  • Toen de Duitsers verloren in 1944 en 1945 werden de concentratiekampen vernietigd.
  • Dit om bewijsmateriaal voor de Holocaust te verbergen
  • Er staan nog maar een paar kampen overeind.
  • Na de oorlog zijn veel nazi kopstukken berecht voor hun medewerking aan deze genocide.

Slide 36 - Slide


6.000.000...



6 jaar oorlog
=
1 miljoen joden per jaar
=
83.000 joden per maand
=
>2700 joden per dag

Let op: het systematisch uitroeien begon pas in 1942

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video