Assertiviteit les 2.5

• Verzorgende
• MBO
• Studiejaar 1

Begeleiden week 2.5

Assertief zijn

Assertiviteit

Lesinhoud

• Wat is assertiviteit
• Stellingen
• Assertiviteit stoel
• Afronding

Assertiviteit

Assertiviteit betekent je eigen mening respecteren en die ook laten horen. 

Waarom is het moeilijk om voor jezelf op te komen (assertief zijn)?

1. Je bent (te) bescheiden
2. Je bent bang voor de reactie van de ander
3. Je hebt te hoge verwachtingen (gaat ervan uit, dat de ander het wel weet)
4. Je bent verlegen (weinig zelfvertrouwen)
5. Je voelt je snel schuldig
6. Je bent een eenling
7. Je maakt bewust de keuze

Drie manieren van reageren

1. Assertief gedrag
   is opkomen voor jezelf, met respect voor de ander.
2. Agressief gedrag 
   is opkomen voor jezelf, zónder respect voor de ander.
3. Non-assertief gedrag 
   is niet voor jezelf opkomen. 

Non-assertief: 

Agressief gedrag:

Assertief gedrag:

Casus + reactie

Iedere duo krijgt een papier met 'manieren van reageren":

Assertief, Agressief, of Non - assertief.

Vervolgens komt er een stelling op het bord. Jullie gaan in je duo overleggen  en kiezen een reactie die jullie passend vinden.

'Een collega praat zo veel tijdens de vergadering dat jij er niet tussen komt'.

'Een collega vraagt of jij zijn taken voor de rest van de dag over wil nemen, maar jij hebt het al zo druk'.

'Bij het overdragen van de dienst merk je telkens dat meneer Pieters niet verschoond is'. 

'Een zorgvrager vindt het heel vanzelfsprekend dat jij haar was doet, jij vindt dat ze dit ook zelf kan'.

'Familie van Mw. wil graag dat jij de ramen zeemt. Mw. vindt het altijd fijn om door een schoon raam te kijken'. 

'Je bent het niet eens met de beslissing die tijdens de vergadering over Mw. Jansen genomen wordt'.

Assertiviteit stoel

Drie studenten gaan op een stoel zitten. zij krijgen een kaartje met hoe zij moeten reageren. dit kan zijn:

Assertief, Agressief, of Non - assertief.

Allereerst, schrijft ieder een situatie op vanuit stage, waar hij/zij het lastig vond om assertief te reageren.

Een studenten gaat met deze casus naar een stoel. De student vertelt en op basis van welke stoel hij/zij kiest reageert de persoon die op de stoel zit.

Afronding

Wat vond je van de les en jouw bijdrage tijdens de les?