Lesson 2 - Unit 1 basic 1, 2 and 5

Lesson 2 - Unit 1 basic 1, 2 and 5
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lesson 2 - Unit 1 basic 1, 2 and 5

Slide 1 - Slide

What is this animal?
A
Capibara
B
Wombat
C
Kangaroo
D
Quokka

Slide 2 - Quiz

What is this animal?
A
Quokka
B
Ant eater
C
Pangolin
D
Dinosaur

Slide 3 - Quiz

What do you think a pangolin eats?

Slide 4 - Open question

Words-to-learn from basic 1
Basic PIF

Slide 5 - Slide

English
  1. Organism
Dutch
  1. Organisme
Nederlands
  1. Organisme
  2. Levenskenmerken
  3. Levend
  4. Dood
  5. Levenloos
  6. Ademen
  7. Voeden
  8. Uitscheiden
  9. Waarnemen
  10. Bewegen
  11. Voortplanten
  12. Groeien
English
  1. Organism
  2. Life processes
  3. Alive / living
  4. Dead
  5. Non-living
  6. Breathing
  7. Feeding
  8. Excretion
  9. Sensing
  10. Moving
  11. Reproducing
  12. Growing
Betekenis
  1. Een wezen dat alle levenskenmerken vertoond of niet meer
  2. Kenmerken van levende wezens
  3. Een wezen dat alle levenskenmerken vertoond
  4. Een wezen dat alle levenskenmerken heeft vertoond, maar nu niet meer
  5. Een ding dat nooit alle levenskenmerken heeft vertoond
  6. Het opnemen van gassen uit de omgeving (lucht of water)
  7. Het opnemen van stoffen voor de groei van het wezen
  8. Het afgeven van stoffen aan de omgeving
  9. Het bemerken van veranderingen in de omgeving
  10. Het verplaatsen van het organisme
  11. Het maken van nieuwe organismes
  12. Het groter worden van een organisme

Slide 6 - Slide

Other words from basic 1?

Slide 7 - Open question

Words-to-learn from basic 2
Basic PIF

Slide 8 - Slide

English
  1. Organism
Dutch
  1. Organisme
Nederlands
  1. Groei
  2. Zaadhuid
  3. Navel
  4. Kiemopening
  5. Plant embryo
  6. Kieming
  7. Zaadlobben
  8. Levenscyclus
  9. Ontwikkeling
English
  1. Growth
  2. Seed coat
  3. Hilum
  4. Micropyle
  5. Plant Embryo
  6. Germination
  7. Seed leaves
  8. Life cycle
  9. Development
Betekenis
  1. Groter worden van een organisme
  2. Buitenste laag van een zaadje
  3. Plaats waar het zaadje vast zat aan de plant
  4. Plaats waar water het zaad in kan om kieming te starten
  5. Kleine plantje in het zaadje
  6. Openen van het zaadje en start van de groei
  7. Bladeren in een zaad waar reservevoedsel voor het kiemplantje in zit
  8. Alle fasen van het leven van een organisme
  9. Verandering van vorm en/of functie van (delen) van een organisme. (Niet persé groei)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Tot einde van 2e uur
Maken PIF van basisstof 5

Slide 11 - Slide

Energizer #2

Slide 12 - Slide

Assignment
Put exactly 1 gram of paper on the scales. Closest wins.

Slide 13 - Slide

3rd Hour Assignment
  1. Finish P.I.F. of basic 5
  2. Make exercise 1 - 3, 5-8

Slide 14 - Slide