HA3: Allgemein, sich vorstellen, reisen tm LKW

allgemein, sich vorstellen, reisen
haben, sein, werden, wohnen, machen
OTT en OVT
1 / 42
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

allgemein, sich vorstellen, reisen
haben, sein, werden, wohnen, machen
OTT en OVT

Slide 1 - Slide

Doelen:

Je kent de woordjes van allgemein, sich vorstellen en reisen
Je kent de werkwoorden OTT
Je kent de werkwoorden OVT

Slide 2 - Slide

de augustus

Slide 3 - Open question

Het is een uur

Slide 4 - Open question

de leeftijd

Slide 5 - Open question

Nederland

Slide 6 - Open question

met ontbijt

Slide 7 - Open question

op vakantie gaan

Slide 8 - Open question

zes

Slide 9 - Open question

de vereniging

Slide 10 - Open question

de broers en zusters bijelkaar

Slide 11 - Open question

Het is kwart over vijf

Slide 12 - Open question

gezellig

Slide 13 - Open question

haben, sein, werden, o.t.t.
(tegenwoordige tijd)

Slide 14 - Slide

Welke 2 betekenissen heeft
werden? (... en ...)

Slide 15 - Open question

............... ihr Zeit für mich? (ott)

Slide 16 - Open question

Warum ......... du deine Hausaufgaben nicht gemacht? (ott)

Slide 17 - Open question

.................. Eric müde? (ott)

Slide 18 - Open question

Wir ............... unseren Eltern eine Karte geschrieben. (ott)

Slide 19 - Open question

Wie alt .......... du morgen? (ott)

Slide 20 - Open question

.............. Claudia schon wieder krank?(ott)

Slide 21 - Open question

Ich ........ jetzt vierzehn Jahre alt. (ott)

Slide 22 - Open question

wohnen, machen o.t.t. (tegenw. tijd)
Seit wann .... du in Groningen?

Slide 23 - Open question

wohnen, machen o.t.t. (tegenw. tijd)
Was .... ihr mogen?

Slide 24 - Open question

wohnen, machen o.t.t. (tegenw. tijd)
Er .... in einem Doppelhaus

Slide 25 - Open question

wohnen, machen o.t.t. (tegenw. tijd)
Seit wann .... Sie in Groningen?

Slide 26 - Open question

wohnen, machen o.t.t. (tegenw. tijd)
Ich ... nicht mehr mit

Slide 27 - Open question

Nu in de OVT
(verleden tijd)

Slide 28 - Slide

Warum............... ihr gestern keine Zeit für mich? (ovt)

Slide 29 - Open question

Warum ......... du vorige Woche deine Hausaufgaben nicht gemacht? (ovt)

Slide 30 - Open question

.................. Eric gestern müde? (ovt)

Slide 31 - Open question

Wir ............... vorigen Monat ein Problem (ovt)

Slide 32 - Open question

Wie alt .......... du gestern? (ovt)

Slide 33 - Open question

.............. Claudia gestern wieder krank?(ovt)

Slide 34 - Open question

Ich ........ gestern vierzehn Jahre alt. (ovt)

Slide 35 - Open question

wohnen, machen ovt
Wie lange .... du in Groningen?

Slide 36 - Open question

wohnen, machen ovt
Was .... ihr gestern?

Slide 37 - Open question

wohnen, machen ovt
Als er klein war, .... er in einem Doppelhaus

Slide 38 - Open question

wohnen, machen ovt
.... Sie in Groningen als Sie jung waren?

Slide 39 - Open question

wohnen, machen ovt
Ich ... gestern nicht mehr mit

Slide 40 - Open question

Evaluatie

Slide 41 - Slide

Hoe ging het? Waar moet je nog tijd aan besteden?

Slide 42 - Open question