Ontdek de kracht van beeldtaal

• Nederlands
• ISK

Ontdek de kracht van beeldtaal

Doel van de les

Aan het einde van de les kun jij uitleggen wat beeldtaal is en hoe je het kunt gebruiken.

Leg aan het begin van de les uit wat de leerlingen aan het einde van de les hebben geleerd.

Wat weet jij al over beeldtaal?

Wat is beeldtaal?

Beeldtaal is een manier om informatie over te brengen door middel van beelden en symbolen.

Laat voorbeelden zien van beeldtaal om het begrip te verduidelijken.

Waarom is beeldtaal belangrijk?

Beeldtaal kan helpen om complexe informatie overzichtelijk te maken en het kan emoties en gevoelens overbrengen.

Leg uit waarom beeldtaal belangrijk is en laat voorbeelden zien van situaties waarin beeldtaal gebruikt wordt.

Hoe gebruik je beeldtaal?

Je kunt beeldtaal gebruiken door symbolen en afbeeldingen te gebruiken die passen bij de boodschap die je wilt overbrengen.

Leg uit hoe je beeldtaal kunt gebruiken en laat voorbeelden zien van symbolen en afbeeldingen die passen bij verschillende boodschappen.

Het belang van kleur

Kleur kan helpen om emoties en gevoelens over te brengen en om belangrijke informatie te benadrukken.

Leg uit waarom kleur belangrijk is in beeldtaal en laat voorbeelden zien van situaties waarin kleur gebruikt wordt om emoties en belangrijke informatie over te brengen.

Hoe beoordeel je beeldtaal?

Om beeldtaal goed te kunnen beoordelen, moet je kijken naar de boodschap die wordt overgebracht, de duidelijkheid van de afbeeldingen en de kleuren die worden gebruikt.

Leg uit waar je op moet letten bij het beoordelen van beeldtaal en laat voorbeelden zien van goede en minder goede beeldtaal.

Waar kun je beeldtaal gebruiken?

Je kunt beeldtaal gebruiken in presentaties, posters, brochures, websites en nog veel meer.

Noem nog 3 plaatsen waar je beeldtaal kunt vinden.

Laat voorbeelden zien van situaties waarin beeldtaal gebruikt kan worden en leg uit waarom beeldtaal hierbij kan helpen.

Voorbeelden van goede beeldtaal

Geef 3 voorbeelden  van goede beeldtaal en leg uit waarom deze beeldtaal goed is.

Laat voorbeelden zien van goede beeldtaal en vraag de leerlingen waarom ze denken dat deze beeldtaal goed is.

Voorbeelden van minder goede beeldtaal

Laat  3 voorbeelden zien van minder goede beeldtaal en leg uit waarom deze beeldtaal minder goed is.

Laat voorbeelden zien van minder goede beeldtaal en vraag de leerlingen waarom ze denken dat deze beeldtaal minder goed is.

Zoek 3 voorbeelden van beeldtaal uit een ander land. Deze beeldtaal mag niet voorkomen in Nederland .

(Denk bijvoorbeeld aan bepaalde verkeersborden)

Laat voorbeelden zien van minder goede beeldtaal en vraag de leerlingen waarom ze denken dat deze beeldtaal minder goed is.

Interactieve opdracht: Maak je eigen beeldtaal

Bedenk een afbeelding of symbool  dat past bij een bepaalde boodschap en presenteer dit aan de klas.

Geef de leerlingen instructies voor de opdracht en laat ze in groepjes werken. Laat de leerlingen hun beeldtaal presenteren aan de klas.

Welk land wordt hier uitgebeeld?

Geef de leerlingen instructies voor de opdracht en laat ze in groepjes werken. Laat de leerlingen hun beeldtaal presenteren aan de klas.

Geef de leerlingen instructies voor de opdracht en laat ze in groepjes werken. Laat de leerlingen hun beeldtaal presenteren aan de klas.

Geef de leerlingen instructies voor de opdracht en laat ze in groepjes werken. Laat de leerlingen hun beeldtaal presenteren aan de klas.

Wat betekent dit bord?

Geef de leerlingen instructies voor de opdracht en laat ze in groepjes werken. Laat de leerlingen hun beeldtaal presenteren aan de klas.

Geef de leerlingen instructies voor de opdracht en laat ze in groepjes werken. Laat de leerlingen hun beeldtaal presenteren aan de klas.

Opdracht: maak een presentatie

* 3 goede voorbeelden van beeldtaal

* 3 slechte voorbeelden van beeldtaal

* 3 voorbeelden van beeldtaal uit een ander land

* je eigen symbool/afbeelding

Geef de leerlingen instructies voor de opdracht en laat ze in groepjes werken. Laat de leerlingen hun beeldtaal presenteren aan de klas.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.