Resumen 3HV - PA2 Capítulo 2

(ree- soe-men) (= samenvatting)
2
Capítulo
PA 2
1 / 26
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

(ree- soe-men) (= samenvatting)
2
Capítulo
PA 2

Slide 1 - Slide

Wat moet je leren voor het SO?
- Leesteksten
- Vocabulario 2.1, 2.2 en 2.3 (NL-ESP)
- Roze werkwoordenblad 25 t/m 50 (ESP-NL)
- Futuro (Vervoeging IR + a + heel ww)
- Presente perfecto (regelmatige & onregelmatige én de -SE ww;denk aan hulpww!)
- Gerundio (regelmatig en onregelmatige én de -SE ww;denk aan hulpwerkwoord!)

Slide 2 - Slide

Vocabulario 2.1 t/m 2.3 + werkwoorden
Vocabulario 2.1 (NL > ESP)
Vocabulario 2.2 (NL > ESP)
Vocabulario 2.3 (NL > ESP)

+ Werkwoorden 25 t/m 50 (ESP>NL)

Slide 3 - Slide

Persoonsvormen: Ezelsbruggetjes
  • Tú y yo= Jij + ik = wij = nosotros*
  • Juan y tú= andere persoon + jij = jullie = vosotros*
  • María y Pedro= hij + zij = zij (mv) = ellos
  • Adela y Laura= zij + zij = ellas*
  • Juan, señor Rivera= hij = él, óf:  u= usted  
  • Señora Martínez= zij = ella,  óf:  u= usted
  • La ciudad (en andere objecten)= het= dan óók de 3e persoon enkelvoud van het werkwoord gebruiken.


*) Gaat het alleen over vrouwelijke personen in meervoud? Dan gebruik je: nosotras, vosotras, ellas.

Slide 4 - Slide

VERBUGA
Oefen het vervoegen van werkwoorden met 
  • selecteer links de werkwoorden die je wilt oefenen
  • selecteer rechts 'presente' (= tegenwoordige tijd), of pretérito perfecto. Gerundio en futuro próximo kun je hier helaas niet oefenen... 
  • kies voor willekeurig (linksonder)

Slide 5 - Slide

Futuro próximo
Nabije toekomende tijd

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Hoe zeg je in het Spaans wat je binnenkort gaat doen?
De nabije toekomende tijd (el futuro próximo)
Je hebt 3 dingen nodig:
  1. Een vervoeging van het werkwoord IR (gaan)
  2. A
  3. een heel werkwoord: ser, hablar , escribir, comer etc.

Ejemplos: 
Este fin de semana voy a relajar, 
Vamos a comprar patatas fritas.
Esta noche va a hablar con su novia.


  Formule : IR + A + HEEL WW

Slide 8 - Slide

Je hebt dus IR nodig...
yo
VOY
ik ga
VAS
jij gaat
él, ella, usted
VA
hij, zij, u gaat
nosotros/ -as
VAMOS
wij gaan
vosotros/ -as
VAIS
jullie gaan
ellos, ellas, ustedes
VAN
zij gaan

Slide 9 - Slide

  • IR niet goed vervoegd met de juiste persoonsvorm nosotros vais 
  • Het hele werkwoord na A is ook vervoegd            > vamos a hablamos 
FOUT! NIET DOEN DUS!

Veel gemaakte fouten futuro :

Slide 10 - Slide

Presente perfecto
voltooid deelwoord

Slide 11 - Slide

Presente perfecto
^ Hulpwerkwoord "Haber"

Slide 12 - Slide

Hulpwerkwoord                       Voltooid deelwoord
LET OP! Wat steeds vervoegd moet worden is het hulpwerkwoord.
Bij het voltooid deelwoord pas je alleen de uitgang -IDO of - ADO toe.

Slide 13 - Slide

Je hebt HABER nodig als hulp w.w.
yo
HE
ik heb
HAS
jij hebt
él, ella, usted
HA
hij, zij, u hebt
nosotros/ -as
HEMOS
wij hebben
vosotros/ -as
HABÉIS
jullie hebben
ellos, ellas, ustedes
HAN
zij hebben
Let op: gebruik haber bij het maken van de voltooide tijd, niet tener!

Slide 14 - Slide

Onregelmatige werkwoorden

decir (zeggen)

poner (neerleggen/zetten)

ver (zien)

abrir (openen)

escribir (schrijven)

hacer (doen/maken)

volver (teruggaan)

leer (lezen)

romper (breken, stuk maken)

morir ( sterven, doodgaan)

ser (zijn)

ir (gaan)

freír (bakken)


Participios (voltooid deelwoord)

dicho

puesto

visto

abierto

escrito

hecho

vuelto

leído

roto

muerto

sido

ido

frito

Uitzonderingen!

Slide 15 - Slide

he
hemos
ha
habéis
has
han
Yo
Nosotros
Ella
Vosotros
Ellos

Slide 16 - Drag question

signaalwoorden
todavía
a veces
muchas veces

Slide 17 - Slide

Uitzonderingen vh voltooid deelwoord

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

  • verkeerde persoonsvorm gebruiken van haber
  • Comedo als voltooid deelwoord: >>> comido ; er is alleen -ado / -ido
  • Háis , héis ipv >>> "habéis" of hamos ipv "hemos"
  • Gebruik tener ipv >>> hulpwerkwoord haber 
NIET DOEN DUS!

Veel gemaakte fouten Presente prefecto :

Slide 20 - Slide

El Gerundio
De tijd waarin je actief bezig bent iets te doen"

Slide 21 - Slide

El Gerundio

De tijd waarin je actief bezig bent iets te doen;
je doet iets op het moment dat je erover praat:
vb: 
"zij is aan het praten" : "Ella está hablando"
"we zijn aan het eten": "Estamos comiendo"
"jij bent aan het lezen": "Estás leyendo"
"ik ben bezig met nadenken": "Estoy pensando"

Slide 22 - Slide

gebruik
Hulp ww
ESTAR

Slide 23 - Slide

Bij de Gerundio heb je dus ESTAR nodig als 
hulp werkwoord:
yo
ESTOY
ik ben, bevind me
ESTÁS
jij bent, bevindt je
él, ella, usted
ESTÁ
hij, zij is, u bent, bevindt zich
nosotros/ -as
ESTAMOS
wij zijn, bevinden ons
vosotros/ -as
ESTÁIS
jullie zijn, bevinden je
ellos, ellas, ustedes
ESTÁN
zij zijn, bevinden zich

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Onregelmatige werkwoorden

decir (zeggen)

oír (horen)

dormir (slapen)

leer (lezen)

morir (sterven, doodgaan)

pedir (vragen, bestellen)

Gerundio

diciendo

oyendo

durmiendo

leyendo

muriendo

pidiendo


Uitzonderingen!

Slide 26 - Slide